10 regels om fouten te vermijden bij het meten van elektriciteit
NIET DOEN:
1 – De originele zekering door een goedkopere vervangen.
Digitale multimeters (DMM’s) die voldoen aan de huidige veiligheidsnormen, hebben een speciale hoogspanningszekering die doorbrandt voordat een overbelasting uw hand kan bereiken. Fluke meters zijn uitgevoerd met een speciale met zand gevulde zekering die ontworpen is om een boog te doven binnen in de zekering. Gebruik voor vervanging een goedgekeurde zekering van hetzelfde type.
2 – Een stukje draad of metaal gebruiken om de zekering te overbruggen.
Dit lijkt misschien een snelle oplossing wanneer u geen reservezekering bij u hebt, maar biedt geen bescherming tegen een spanningspiek die uw kant opkomt.
3 – Het verkeerde instrument voor het specifieke karwei gebruiken.
Zorg er steeds voor dat uw meetinstrument de juiste veiligheidsspecificatie heeft voor het werk dat u uitvoert, zelfs als dit betekent dat u de hele dag door van DMM moet wisselen.
4 – De goedkoopste DMM kiezen.
Als dat goedkope meetinstrument in werkelijkheid niet is uitgerust met de vermelde veiligheidsvoorzieningen, kunt u het slachtoffer worden van een ongeluk. Controleer het meetinstrument op markeringen van onafhankelijke laboratoriumtesten zoals CSA of UL, die garanderen dat het voldoet aan de normen.
5 – Geen persoonlijke beschermings-middelen gebruiken.
We noemen het niet voor niets een “veiligheids”bril. Haal de bril uit uw zak en draag hem. Hetzelfde geldt voor geïsoleerde instrumenten, geïsoleerde handschoenen, oordopjes, uw gelaatsmasker/kap en vlamboogbestendige kleding.
6 – Aan een spanningvoerende stroomkring werken.
Maak de stroomkring waar mogelijk spanningsloos, en controleer op spanning voordat u aan het werk gaat. Als u moet werken aan een spanningvoerende stroomkring, voer dan eerst een vlamboogrisicobeoordeling uit, kies de geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen met behulp van NFPA 70E tabel H.3(b) en controleer de werking van uw meetinstrument door eerst een bekende spanningsbron te meten.
7 – Procedures voor uitschakeling/labeling niet volgen.
Procedures voor uitschakeling/labeling zijn bedoeld om u te beschermen tegen potentiële fatale elektrische schokken. Vermijd het risico dat iemand de spanning in uw werkomgeving opnieuw inschakelt. U kunt een voorbeeld-procedure voor uitschakeling/labeling van de Environmental Safety and Health Group van OSHA bekijken op www.shosha.gov.
8 – Multitasken tijdens het meten.
Wanneer u werkt met spanningvoerende stroomkringen, voorkom dan dat u met de ene hand de meter vasthoudt en met de andere hand meet; in een transiënte situatie kan dit een aardverbinding vormen via uw hart. Hang de meter op of leg hem neer, of gebruik een wireless display zodat u de meter kunt loslaten en aflezen op ooghoogte. Gebruik een krokodillenklem voor uw aarding, zodat u slechts één hand gebruikt om de onder spanning staande geleider te meten.
9 – Meetsnoeren verwaarlozen.
Meetsnoeren zijn een essentieel onderdeel voor de veiligheid van de DMM. Zorg ervoor dat uw meetsnoeren de juiste veiligheidsspecificatie hebben voor het werk dat u uitvoert. Gebruik meetsnoeren met dubbele isolatie, geïsoleerde ingangsconnectoren, en meetprobes met vingerbescherming en antislipoppervlak. Test de snoeren met een bekende spanning vóór gebruik. Overweeg het gebruik van snoeren met verstelbare isolatiemantels. Er bestaan zelfs meet-probes met ingebouwde zekeringen!
10 – Een oud meetinstrument altijd blijven gebruiken.
De huidige meetinstrumenten hebben veiligheidsvoorzieningen waarvan enkele jaren geleden nog niemand had gehoord. Deze voorzieningen zijn een modernisering van uw uitrusting waard en zijn heel wat goedkoper dan een bezoek aan de eerste hulp. Volgens nieuwe normen is de maximale lengte van metaal in het uiteinde van een meetprobe bijvoorbeeld 4 mm of minder in CATIII/IV-omgevingen.