Bijzonder jaar voor Energieakkoord
SER-Borgingscommissie
Meer informatie“Gezien de urgentie van het klimaatvraagstuk en de noodzaak om onze energievoorziening toekomstbestendig te maken, zijn continuïteit en versnelling onmisbare schakels. Die zijn cruciaal om de kansen van de transitie te verzilveren”, aldus Ed Nijpels, voorzitter van de Borgingscommissie van het Energieakkoord.
Succes en vertraging
De uitvoering van de afspraken stond niet stil. Drie van de vijf hoofddoelen worden gehaald. Dat zijn de jaarlijkse besparing van 1,5 procent op het finale energieverbruik, 16 procent hernieuwbare energie in 2023 en gemiddeld 15.000 voltijdsbanen extra per jaar.
De twee andere doelen blijken lastiger te realiseren. Dan gaat het om een extra energiebesparing van 100 petajoule en de 14 procent hernieuwbare energie in 2020.
Volgens de laatste inzichten komt de energiebesparing op 81 petajoule uit, met een bandbreedte waarbij het mogelijk is het doel te halen. Hernieuwbare energie komt uit op 12,5 procent.
Inspanningen blijven onverkort nodig
“De actuele cijfers laten zien dat van alle partijen onverkort inspanningen nodig blijven om de doelen te halen. Voor energiebesparing moet een aantal maatregelen dat al genomen is nog in werking treden. De mogelijkheden voor nieuwe afspraken om het doel van 14 procent hernieuwbaar te halen zijn beperkt. Toch zal ik met alle partijen kijken welke voortgang we nog kunnen boeken”, aldus de voorzitter van de Borgingscommissie.
Relatieve achteruitgang
De productie van hernieuwbare energie is blijven groeien, maar door economische groei is er in relatieve zin sprake van een achteruitgang. Daarnaast zijn het vaak grote complexe projecten, met lange voorbereidingstijden, waar grote investeringen voor nodig zijn. Dat leidt soms tot vertragingen.
Gevarieerd beeld over vijf jaar
Terugkijkend naar vijf jaar borging ontstaat er een gevarieerd beeld. Een aantal afspraken liep vanaf het begin heel soepel. Dat slaat bijvoorbeeld op de versnelling om wind op zee voor elkaar te krijgen. Sommige afspraken kwamen met vertraging op gang. Daar was eerst tijd nodig om te investeren in samenwerking en vertrouwen. Dit speelde vooral bij betere afspraken voor wind op land en de energie-intensieve industrie. Soms ging het moeilijk, zoals bij de naleving van de Wet milieubeheer. Pas met aanvullend beleid kwam dit echt op gang. Er mislukten ook een paar afspraken. Een demoproject om CO2 op te slaan ging niet door en het aantal nul-op-de-meter woningen bleef ver achter bij de ambities.
De digitale versie van de voortgangsrapportage kunt u hier vinden.