Herziene versie handboek voor installeren pv-panelen
AUTEUR: GERRIT TENKINK, FOTO’S: ISSO.
André Derksen is projectcoördinator bij ISSO en medesamensteller van het handboek, waarvan de eerste uitgave in 2012 op de markt verscheen. “Een tweede druk verscheen in 2016 en in 2019 hebben we een volgende uitgave op de markt gebracht met een aantal kleine aanpassingen. Nu zijn we dus toe aan een nieuwe uitgave met daarin de nieuwste inzichten. Deze uitgave is gebaseerd op de laatste NEN 1010 [welke naar alle waarschijnlijkheid ergens in de loop van dit jaar zal verschijnen, red.]. Voor veel installateurs is NEN 1010 lastig te lezen. Daarnaast staat in NEN 1010 waaraan een installatie moet voldoen, maar niet hoe je dat moet doen. Ook geeft NEN 1010 geen instructie hoe een installatie moet worden ontworpen of hoe deze op het dak moet worden bevestigd. Daarvoor moet je dus dit handboek hebben. Aan de hand van schema’s, afbeeldingen, praktische tips en foto’s leggen we uit hoe de panelen moeten worden geïnstalleerd. Niet alleen op het dak, maar bijvoorbeeld ook op een zonneweide.”
Drie disciplines
Het handboek is onderverdeeld in drie disciplines. Het eerste deel omvat het ontwerpen, installeren en beheren van de zonnestroominstallatie, dus inclusief de elektrotechnische aansluitingen van de panelen op de omvormer en de aansluiting in de meterkast. In deel twee van het boek komt het zonthermisch deel aan de orde. Dat heeft betrekking op de aansluiting van zonneboilers. Het derde deel van het handboek beschrijft de bouwkundige integratie, met name onderconstructies. (De werking van de panelen zelf komt aan de orde in Bijlage D van het handboek). Veel van de informatie is afkomstig uit het handboek van 2016. Derksen. “Aan het pv-panel is op zich niet veel veranderd. Het Wattpiek-vermogen is omhoog gegaan, maar dat heeft geen gevolgen voor de installatie. Grotere ontwikkelingen zijn er geweest voor wat betreft de optimizers en de micro-omvormers. Voor wat betreft de connectoren is een aandachtspunt dat deze goed aangesloten moeten worden. Wanneer de beide connectoren niet van hetzelfde fabricaat en type zijn, kunnen vlambogen en daarmee brandgevaarlijke situaties ontstaan. Ook een goede aarding is een belangrijk aandachtspunt. Verder gaan we in de nieuwe versie in op de opslag van energie in accu’s. Dat geldt niet alleen in accu’s op grote oppervlaktes, maar ook de accu in de thuissituatie bij de particulier komt aan de orde.”
Onderconstructies
Het nieuwe handboek schenkt veel aandacht aan de onderconstucties. “Door allerlei technische aanpassingen hoeven we nu veel minder zware constructies op het dak te gebruiken. Vroeger zag je nog wel eens een dak dat vol lag met grinttegels. Dat is niet meer. Door slimmere verbindingen is dat eenvoudiger geworden. Dat moet ook, want verzekeraars kijken nauwkeurig naar de gebouwconstructie van het gebouw. Is het wel sterk genoeg om zo’n pakket met panelen te dragen? Nu er lichtere onderconstructies voor de panelen zijn, kunnen in veel gevallen minder grindtegels als ballast gebruikt worden. Dat maakt het installeren ook eenvoudiger voor de monteur, want elke kilo moet wel het dak op”, zegt Derksen, die er verder op wijst dat het handboek niet alleen informatie geeft over de panelenconstructies op het dak. “We zullen in het handboek ook aandacht besteden aan het veilig bevestigen van constructies op de gevels, want ook dat is een ontwikkeling die gaande is. Steeds meer panelen maken onderdeel uit van de gevel. Ook hier staat veiligheid voorop en dus ook hier veel aandacht voor de eisen waar zo’n constructie aan moet voldoen.”
Kennisniveau
Maar hoe zit het met de kennis van de gemiddelde installateur? Dat is volgens Derksen moeilijk te zeggen. ”Vooropgesteld: het is altijd belangrijk dat je de installatie laat aanbrengen door een erkend installateur. Bij de grotere installaties is dat doorgaans wel voor elkaar. Bij de installatie bij particulieren zie je wel grote verschillen. Er zitten goede en slechte bij. Bij de particulier en de kleine mkb’er zie ik nog wel eens installateurs die zonder valbeveiliging op het dak aan het werk zijn. Daar heb ik dan wel mijn vraagtekens bij. Hoe serieus neem jij jezelf? Als je niet bezig bent met je eigen veiligheid, ben je dan wel bezig met de veiligheid van de installatie, vraag ik me dan af. Het kennisniveau voor wat betreft het installeren van pv-panelen loopt behoorlijk uiteen.”
Opleidingen
Naast het handboek gaat ISSO ook de opleidingen op dit gebied herzien. Derksen: “We maken voor onze opleiding gebruik van de nieuwe eindtermen zonne-energie. Door Stichting InstallQ is de erkenningsregeling ‘Erkenning zonne-energiesystemen, Ontwerp, installatie, beheer en onderhoud van photovoltaïsche zonne-energiesystemen’ herzien. Na de herziening van het handboek zal deze aansluiten bij de nieuwe eindtermen en Erkenningsregeling Zonne-energiesystemen. Voor de erkenning moet de installateur een theorie- en praktijkexamen afleggen.”
Scope 12
Maar het is nog altijd niet zo, dat een opdrachtgever verplicht is om in zee te gaan met een installateur die deze erkenning op zak heeft. Toch is het volgens Derksen wel aan te bevelen. “Het zijn vooral de verzekeraars die de laatste jaren hogere eisen zijn gaan stellen bij het installeren van pv-panelen. Er zijn niet direct nieuwe eisen, maar ze vragen om betere inspecties en controles. Zo willen verzekeraars steeds vaker dat de installatie door een SCIOS-inspecteur gecontroleerd is. Deze inspecteurs hanteren de zogenaamde Scope 12-regeling. Het gaat daarbij vooral om de grotere installaties.”
Tot slot benadrukt Derksen dat het handboek voor de grote en kleine installatiebedrijven wordt geschreven. “Of je nu vijf panelen op de schuur bij een particulier legt of vijftigduizend panelen in een zonneweide; de techniek is in principe hetzelfde.”