Kennis en mensen: onontbeerlijk
Wet van de remmende voorsprong

Tekst: Martin Bongers
Foto’s: Solarge

Tijdens het succesvolle congres ‘Solar in 2030’, op 1 februari in Den Haag, waarschuwde Gerard de Leede er al voor: voor een verdere uitrol zijn vraag en aanbod niet bepalend, maar de manier waarop we de regeldruk het hoofd kunnen bieden. “Circulariteit bijvoorbeeld, dat gaat een absolute eis worden. En niet alleen van overheidswege hoor; ook het maatschappelijke Umfeld dwingt ons om dit hoog op de agenda te zetten. Dat vereist innovatie en dus kennis.”
De CTO van Solarge weet waarover hij praat. “Het succes van onze panelen komt voort uit kennis. Kennis van de materie, kennis van de markt. En de kunde om dat te vertalen naar een commerciële toepassing.” Want wat Solarge deed, was een circulair, kunststof (composieten) zonnepaneel ontwikkelen, dat bijna de helft lichter is dan zijn glazen concurrent. Daardoor kan een paneel groter zijn, terwijl het in verhouding juist minder bevestigingsmateriaal nodig heeft. Met andere woorden, als het om regelgeving gaat, snijdt Solarges mes aan meerdere kanten: bouwvoorschriften, circulariteit, ARBO.
De Leede: “We zijn met ons allen inderdaad hard opgeschoten, maar het was toch vooral de vraag wie zo snel mogelijk het laagst hangende fruit zou plukken. De ‘gemakkelijke’ locaties dus. Wat er nu resteert zijn veelal de ‘lastige’ plekken, maar dankzij onze innovatie hoeft dat geen probleem te zijn.” Goed voor Solarge dus, maar zeker een kans voor adviesbureaus en installateurs. Ook voor hen gaat er een extra stukje markt open.
Ook voor adviesbureaus en installateurs gaat er een extra stukje markt open
Wel hier, niet in China
Kennis is dus een voorwaarde om de transitie te laten voortgaan. Want alleen kennis leidt tot het soort innovatie, dat inhaakt op marktkansen en tegelijkertijd een goed huwelijk sluit met de lastige regelgeving. De Leede: “Als je me vraagt waarom onze panelen in Nederland zijn ontwikkeld en niet in China, dan is het precies daardoor: de regeldruk ‘dwingt’ ons om specifieke academische kennis te ontwikkelen en toe te passen. In China bestaat die regeldruk nauwelijks, dus voelen ze zich niet gedwongen om te innoveren.”

Start ups
Maar waar zijn onze innovators dan? Tijdens het congres Solar in 2030 werd nog geen aandacht gegeven aan energy start ups – een pitch zou de volgende keer leuk zijn. Ook in de main stream media is het oorverdovend stil. Terwijl ze er wel degelijk zijn. Om een indruk te geven: tussen oktober ‘22 en februari ‘23 werd door Europese energy start- en scale ups 2,5 miljard ‘opgehaald’. Gezamenlijk. Het Nederlandse aandeel daarvan bedroeg iets minder dan 1 miljard. Dat is bepaald geen kattenpis. Chapeau dus, Nederland trekt de kar. Wat valt hierbij op, wat die Nederlanders betreft? Dat het overgrote deel van de investeringen naar bedrijven gaat die zich bezighouden met òf het plaatsen van hardware zoals opslag en zonnepanelen, òf met het slim managen van vraag en aanbod – via een platform bijvoorbeeld. Anders gezegd: de interesse gaat vooral uit naar de productie en distributie van energie en veel minder naar – bijvoorbeeld – de seriematige productie van innovatieve componenten voor de transitie.
Personeel trainen
Een klein probleem ligt dan misschien op de loer. We kunnen produceren wat willen, we kunnen vraag en aanbod slim verdelen, maar als we de ‘handjes’ niet hebben om het allemaal aan te leggen valt alles stil.
Wat bij de buitenlandse start ups juist opvalt, is dat daar veel geld gaat naar bedrijven die niet alleen hardware of services verkopen, maar ook de mensen trainen om het te installeren. Een heuse ‘in house academy’ is dan goed bedacht en het triggert investeerders.
Sommige start ups gaan nog een stap verder en bieden ‘energy-as-a-service’ aan: je hoeft je als consument of bedrijf dan niet meer af te vragen hoe ‘het’ werkt, je hoeft niet meer uit te vinden of een warmtepomp bij je situatie past of niet, of welk soort zonnepanelen, en geen zoektocht meer naar wie je waarvoor moet bellen. Nee, je neemt gewoon een abonnement op duurzame energie, that’s it.
Te verwachten valt dat de keten de komende jaren flink opgeschud gaat worden
Opgepast! Markttoetreders
Het lijkt er dus op dat we in Nederland innovatief zijn en de marktkansen pakken, maar dat we tegelijkertijd vergeten – in alle haast – om de mensen op te leiden die al die mooie producten kunnen laten werken. Want waar moet een doorsnee consument of bedrijf zich melden, met een vraag over energiebesparing, over een warmtepomp, of over domotica?
Te verwachten valt dat de keten de komende jaren flink opgeschud gaat worden. Traditionele, kleinere ‘old school’ adviesbureaus en installateurs kunnen de ontwikkelingen onmogelijk bijbenen; kennis opdoen of inkopen kost gewoon te veel geld. En de opleidingen: ook daar zijn op korte termijn te weinig gekwalificeerde docenten om de markt en de technologie bij te benen.
Er zal dus een consolidatie plaatsvinden. Het ‘aanbod’, zowel qua knowhow als product, zal breder worden. Alleen adviseren over een zonnepaneel en niet over een laadpaal? Ondenkbaar. Bedreigend voor de bestaande marktpartijen zijn vooral de markttoetreders. Totaal nieuwe bedrijven die met een ‘één-loket-oplossing’ komen, zoals de genoemde energy-as-a-service bedrijven. De Leede: “Super interessant. Wij zijn nu nog een pure hardware-leverancier, maar ik kijk hier zeker naar. Je moet niet afhankelijk willen zijn.”
En daar heeft De Leede gelijk in. Ook op dit punt dreigt dus voor veel ketenpartijen de wet van de remmende voorsprong. We zien de maatregelen al bij andere bedrijven, onder andere bij de grotere providers zoals Vattenfall: ze nemen zelf adviseurs en installateurs in dienst, of nemen bedrijven over om zich alvast van hun eigen continuïteit te verzekeren.
Kansen op de residentiele markt
Want de markt wacht niet. En wie niet innoveert – in product of service – kan niet mee. De Leede: “Nu de saldering en de SDE-subsidies er over enkele jaren afgaan, zullen binnen de residentiële en bedrijvenmarkten andere businessmodellen ontstaan. Voor projectontwikkelaars bijvoorbeeld wordt het achterliggende verdienmodel mogelijk wat minder interessant. Daardoor komt er meer capaciteit, middelen en materiaal beschikbaar voor huishoudens en bedrijven.”
In het klimaatakkoord werd vastgelegd dat de helft van alle wind- en zonneparken op land in lokale handen moet komen, bijvoorbeeld bij burgercoöperaties. Ook dit streven kan nu ruimte krijgen. Want voor die particuliere markt telt niet zozeer het verdienmodel, als wel de intrinsieke transitie-motivatie, of de energiezekerheid.
Kortom, er komt een vraag op ons af, maar wie pakt welke kans? Wie brengt het slimste vraag en aanbod bij elkaar, wie gaat de netcapaciteit intelligent monitoren? Wie heeft het beste battery-idee? Wie traint het personeel op tijd? Solarge is klaar voor ‘the next step’. Nu de overige ketenpartners nog.