Kwaliteit als speerpunt
Fusieorganisatie InstallQ geeft kwaliteitsborging in de installatiesector een nieuwe impuls
Auteur: Henk-Jan Hoekjen
“We streven met de nieuwe organisatie naar een beter en veiliger installatieland. Het gaat daarbij om de kwaliteit van de regelingen en het minimaliseren van de risico’s voor de gebruikers.” Aan het woord is Hans van den Berg, directeur Algemene Zaken van InstallQ. Hij vertelt over ratio achter de fusie tussen Sterkin en KvINL. Aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid aangaande de veiligheid van gashoudende installaties hebben een rol gespeeld bij het besluit van beide organisaties om de handen ineen te slaan. De raad wees op het belang van een wettelijk verplichte uniforme erkenningsregeling voor alle installateurs die verbrandingsinstallaties aanleggen en/of onderhouden. “Dat was zeker een stimulans voor de fusie”, erkent Van den Berg. “Bovendien kregen we vragen vanuit de markt voor meer eenheid en minder regelingen. Dit heeft uiteindelijk geleid tot de fusie tussen Sterkin en KvINL. Als je nu op het proces terugkijkt, is het samengaan van de organisaties niet meer dan logisch. Want beide clubs waren gericht op het borgen van de kwaliteit in de installatiesector. Door samen te gaan, kunnen we dat nu nog daadkrachtiger vormgeven.”
Grote rol
InstallQ ontwikkelt en beheert een breed scala aan kwaliteitsregelingen voor de totale installatiesector. De organisatie beschouwt zichzelf als hét loket voor erkenning, certificering en accreditatie in de installatiebranche. “Wij erkennen installateurs en accrediteren opleidingen en examens zelf”, aldus Van den Berg over de bezigheden van InstallQ. “Daarnaast ontwikkelt en beheert InstallQ een breed scala aan certificeringsregelingen, waarbij de uitvoering bij certificerende Instellingen ligt. InstallQ dekt daarmee nagenoeg alle vakgebieden binnen de installatie- en elektrotechniek af; van water en elektra tot bodemenergiesystemen en gasverbrandingsinstallaties.”
Elektrotechniek wordt daarbij steeds belangrijker, vertelt Marco Hofman. Hofman is de secretaris van het Centraal College van Deskundigen (CCvD) van InstallQ. “We zien dat elektrotechniek een grote rol speelt binnen tal van regelingen. Zo gaan van de uit acht delen bestaande beoordelingsrichtlijn BRL 6.000 de eerste drie delen helemaal over elektrotechnische installaties. We hebben binnen InstallQ dan ook een grote groep bedrijven die gecertificeerd zijn volgens BRL 6.000.” Dat is niet vreemd, want tal van installatietechnische ontwikkelingen hebben ook een duidelijke elektro-component. “Denk hierbij bijvoorbeeld aan de opkomst van warmtepompen”, zegt Hofman. “Die werken alleen als ook het elektrotechnische deel goed verzorgd is. Daarom komen deze aspecten duidelijk naar voren in de verschillende kwaliteitsregelingen.”
Draagvlak
Het CCvD is binnen InstallQ het gremium dat alle kwaliteitsregelingen zo objectief mogelijk toetst. En dat is essentieel, stelt de secretaris. “Want je wilt er zeker van zijn dat de kwaliteit van de erkennings- en certificeringsregelingen zo objectief mogelijk is en een breed draagvlak geniet bij alle stakeholders”, aldus Hofman. “Daarom is het CCvD breed samengesteld, met vertegenwoordigers van alle belanghebbenden in het installatievak. Wij kijken vanuit alle relevante invalshoeken naar de inhoudelijke kwaliteit van de regelingen.”
Hofman legt uit dat de kwaliteitsregelingen in de installatiesector uiteenvallen in een tweetal groepen: certificeringsregelingen en erkenningsregelingen. “Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen de twee varianten”, benadrukt hij. “Bij een certificeringsregeling betreft het een door ons gecontroleerde beoordelingsrichtlijn (BRL) die als basis dient voor certificering door onafhankelijke certificerende instellingen. Zo werkt InstallQ onder andere samen met de certificerende instellingen Kiwa, Dekra, Veritas, NormEc en TüV. Voor erkenningsregelingen van InstallQ, gericht op ‘laag risico’ bouw- en installatiewerken, vindt periodiek toezicht plaats door InstallQ zelf.”
“Met een erkenning of certificaat voldoet een bedrijf of installateur aantoonbaar aan een bepaalde kwaliteit en wettelijke regelgeving”, aldus InstallQ-directeur Van den Berg over nut en noodzaak van beide types regelingen. “En natuurlijk ziet de markt het belang van certificering in. We hebben momenteel meer dan 13.000 erkenningen uitgegeven en bijna 1.000 certificeringen. Het logo van InstallQ is een bewijs van kennis en kunde. Werkzaamheden worden uitgevoerd volgens de geldende normen en eisen, waaronder het Bouwbesluit en de NEN-normen die van toepassing zijn.”
Verantwoordelijkheid
InstallQ ontplooit tal van nieuwe initiatieven op het gebied van kwaliteitsborging in de installatiesector. De nieuw gevormde organisatie is volgens InstallQ-directeur onder meer gericht op het brengen van meer eenduidigheid en transparantie. Hij wijst in dit kader onder meer op het grote belang van het vereenvoudigen van de vele erkenningsregelingen. Van den Berg vertelt dat de bestaande erkenningsregelingen het komende jaar allemaal aangepast zullen worden op basis van het format van de zogenaamde Uniforme Kwaliteitsregeling (UKR) 3.0, waarin het hierboven genoemde periodiek toezicht een vast onderdeel vormt.
Voorts zoekt InstallQ volgens Van den Berg zoveel mogelijk aansluiting bij de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). Op die manier moet de eenduidigheid van deze regelingen verder versterkt worden. “Die aansluiting op de Wkb is belangrijk”, zegt ook Hofman. “Want door die wet gaat de verantwoordelijkheid van de bouwer veel verder dan in het verleden. Ook na oplevering van een project blijft een bouwer verantwoordelijk voor de technische uitvoering. En dus wordt de bouwsector gedwongen om meer aandacht te besteden aan de kwaliteit van het geleverde werk. Door onze regelingen te laten aansluiten op de Wkb sorteren wij voor op deze tendens.”
Controle
Een andere belangrijke ontwikkeling is dat er in de kwaliteitsregelingen meer aandacht komt voor de vakbekwaamheid van de uitvoerende installateur en de controle op het uitgevoerd werk. “Hoe kun je kwaliteit borgen als een erkenningsregeling – zoals voorheen – alleen gebaseerd is op het insturen van papieren?”, vraagt Hofman retorisch. “We zijn er binnen de CCvD van overtuigd dat kwaliteit met name kan worden gegarandeerd wanneer er ook controle plaatsvindt op het werk en van de bedrijven. En dus is dat geregeld op basis van risicoprofielen in de nieuwe erkenningsregelingen.”
Ook het onderwerp ‘educatie’ krijgt steeds meer aandacht. Van den Berg: “In het kader van ‘een leven lang leren’ is een diploma dat 15 jaar geleden gehaald is niet meer per definitie voldoende. Daarnaast streven we, samen met bijvoorbeeld het Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch InstallatieBedrijf (OTIB), naar eenduidige vakbekwaamheidsvereisten in het technische onderwijs, zodat een opleiding in Middelburg dezelfde eisen stelt als een opleiding in Groningen.”
In het kader van het onderwerp educatie wijst Hofman op het belang van de Centrale Opleiding en Examencommissie (COEC) van InstallQ. “Deze commissie houdt zich bezig met het formuleren van de eisen die aan de vakbekwaamheid van installateurs kunnen worden gesteld”, legt hij uit. “Deze eisen worden vervolgens als annex aan de kwaliteitsregelingen toegevoegd. Op die manier werken CCvD en COEC samen om de kwaliteit zo goed mogelijk te borgen.”
Kennis en ervaring
InstallQ werkt – in het behalen van al de kwaliteitsdoelen – zoveel mogelijk samen met aanpalende organisaties. Behalve de reeds genoemde OTIB verwijst Van den Berg in dit opzicht onder meer naar TechniekNL en ISSO. Voorts is een nieuwe invulling gegeven aan het EVC-traject. Het betreft de EVC-trajecten voor bekwame installateurs. EVC staat voor Erkenning van eerder Verworven Competenties. De EVC-beoordeling is bedoeld voor vakmensen met veel kennis en kunde uit de praktijk, maar zonder de juiste diplomering. Voldoen deze vakmensen aan bepaalde strenge voorwaarden, dan kunnen zij sinds kort via een erkend EVC-aanbieder hun vakmanschap aantoonbaar maken voor bepaalde vakdisciplines en vervolgens een bedrijfserkenning aanvragen. “Kenteq stopte per 1 januari van dit jaar met deze dienst ”, aldus Van den Berg. “Maar omdat wij het belangrijk vinden om kennis en ervaring van installateurs op waarde te schatten, hebben wij het EVC-traject samen met het kenniscentrum EVC opnieuw ingericht.”
Virtueel platform
Informatie over de genoemde – en tal van andere installatie-gerelateerde – onderwerpen is sinds kort te vinden op een nieuw virtueel platform: InstallQ.nl. Deze website beoogt verschillende doelgroepen te bedienen, waaronder installatiebedrijven, installateurs, monteurs, opleiders en examinatoren. “Het platform verwijst ook naar sites met erkende en gecertificeerde installateurs: handig voor consumenten, opdrachtgevers en andere stakeholders”, aldus Van den Berg. Op InstallQ.nl vinden installateurs en bedrijven per vakdiscipline welke kennis en kunde zij nodig hebben voor een erkenning of certificering. Ook tal van andere belangrijke onderwerpen hebben natuurlijk hun plek gekregen op het platform. Behalve informatie over educatie en relevant vaknieuws bevat de website het portaal ‘Mijn InstallQ’, waar alle erkende en gecertificeerde bedrijven documenten, informatie en vakbladen kunnen vinden. Het virtuele platform herbergt eveneens een uitgebreide database met beoordelingsrichtlijnen (BRL’en) die nodig zijn voor een certificatie. Bij elke kwaliteitsregeling waarvoor certificering mogelijk is, krijgen bezoekers een verwijzing naar de juiste BRL. “Daarmee is de nieuwe website op het gebied van kwaliteitsregelingen in de installatiesector een van de meest complete en overzichtelijke portalen op internet”, besluit Van den Berg.