Op weg naar 100% duurzaam in 2030
Nog 10 jaar te gaan…
Auteur: Jan van den Broek
In 2019 werden in Nederland maar liefst 8,1 miljoen zonnepanelen geïnstalleerd. Hiermee is het totaal opgestelde vermogen met maar liefst 53% gegroeid tot bijna 7 GW. De zon is daarmee inmiddels goed voor ruim 5% van de totale Nederlandse elektriciteitsproductie. De overheid heeft al subsidies toegekend voor voldoende projecten om dit aandeel in de komende jaren zelfs te verdubbelen. Maar kan ons elektriciteitsnet deze groei wel aan?
Inhaalrace
“Nederland is bezig aan een serieuze inhaalrace,” aldus Rolf Heynen, directeur van onderzoeksbureau Dutch New Energy Research, samen met Techniek Nederland – ondernemersorganisatie voor de installatiebranche – en Solar Solutions International – de grootste vakbeurs voor zonne-energie in Noordwest-Europa – verantwoordelijk voor het Solar Trendrapport. “In vergelijking met de rest van Europa halen we nog steeds maar een klein deel van onze energie uit duurzame bronnen. We horen nu echter wel tot de wereldwijde top wat betreft het aantal zonnepanelen dat we jaarlijks installeren.”
Handen uit de mouwen
Volgens Heynen staat de markt de komende 10 jaar een aantal grote uitdagingen te wachten. We zullen volgens hem dan ook de mouwen op te stropen en heel veel gaan installeren. “Met name aan zon en wind, want dat zijn eigenlijk de enige twee bronnen die voor de verduurzaming van ons elektriciteitsverbruik gaan zorgen. Daarnaast zal de vraag naar elektriciteit gaan toenemen en bevinden we ons in een continue race tussen de vraag naar elektriciteit en de duurzame aanbod.”
Krappe netcapaciteit
Maar in hoeverre is onze netcapaciteit voldoende? “Vooral in de noordelijke provincies lopen de netbeheerders tegen grenzen aan. Hierdoor staat er nu voor circa 750 MWp aan projecten stil. We moeten dit echter wel in het juiste daglicht plaatsen, want de problemen zijn weliswaar te vinden in die gebieden, maar niet in het hele gebied. Als je kijkt naar de SDE-projecten die zijn aangevraagd, dan hebben alleen de Enexis en Alliander – in 10% van de gevallen – een negatieve transportindicatie afgegeven. In dat opzicht valt het dus mee. Maar in het licht van de voorgenomen groei en de 9 GW die in de pijplijn van SDE-beschikkingen zit, zullen er naar verwachting vaker negatieve transportindicaties worden afgegeven.”
E-houses
Inmiddels investeert Enexis Netbeheer een extra 43 miljoen euro in zogenaamde e-houses om de energietransitie te versnellen. E-houses zijn innovatieve, mobiele middenspanningsstations, waarmee de netcapaciteit van de regionale netbeheerder in het noorden van Nederland versneld wordt uitgebreid. Hierdoor komt er in verhoogd tempo grofweg één GW aan opgesteld vermogen bij, genoeg om meer dan 400.000 huishoudens te kunnen voorzien van duurzame energie.
Zonneladder
Een ander initiatief is de zogenaamde zonneladder van een aantal partijen binnen Holland Solar. Heynen: “Op dit moment zijn bijna alle beschikkingen van de najaarsronde gebaseerd op zon-op-land. Het zou handig zijn dat met name aan zon-op-dak – daar is nog verschrikkelijk veel potentie van; waar ook geen negatieve transportindicaties voor hoeven te zijn, aangezien dat voornamelijk in de Randstad is – voorrang wordt gegeven of dat daar extra budget beschikbaar voor gesteld.”
Roadmap 2020-2030
De Roadmap 2020-2030 uit het rapport beschrijft een verwachting van Dutch New Energy Research over hoe de energietransitie zich de komende tien jaar – en met een uiterst grove penseel de komende 30 jaar – zal ontwikkelen. Het geeft een kader met de mogelijkheden en uitdagingen die de brede energiesector te wachten staan. De Roadmap is een onnauwkeurige en onvolledige vooruitblik, zoals alle vooruitblikken dat zijn, en probeert de ongekende en veelal onderschatte groei van duurzame energie te vatten. De Roadmap is een langetermijnprojectie vanuit de modellen van Dutch New Energy Research enerzijds en visie vanuit de onderzoekers anderzijds.
Fase 1: Opschalen
Zonne- en windenergie bevinden zich in Technology Readiness Level 9 (TLR-9), het hoogst mogelijke niveau, wat betekent dat de producten opgeschaald worden. Dit gebeurt in Nederland en wereldwijd op grote schaal. Heynen: “We zitten op dit moment vooral in de fase van opschalen. Er is gewoon een goede business case voor zonnepanelen, zowel voor residentieel als voor utiliteit. Al dan niet ondersteund met subsidies. De productiefaciliteiten voor zon en wind worden met name in China, maar ook in Vietnam opgeschaald; die groei gaat de komende jaren verder doorzetten.”
Fase 2: Slim
We kunnen de komende 10 jaar niet alleen bezig zijn met het plaatsen van heel veel zonnepanelen en windturbines zonder na te denken wat het betekent. Om de volatiele duurzame energieproductie het hoofd te bieden is energieopslag onontbeerlijk. Maar de brug tussen grootschalige decentrale energieproductie en energieopslag is vooral een slimme en flexibele infrastructuur tussen opwekkers en gebruikers. Dat vraagt slimme communicatie in de hele keten: tussen opwekker, eindklant, energieleverancier en netbeheerders. Heynen: “De groei van geïnstalleerd zon en wind loopt gewoon door. De volgende fase waar de markt mee bezig gaat is flexibilisering. We zullen vraag en aanbod flexibeler met elkaar in overeenstemming moeten brengen en het net slimmer in moeten richten, met name op residentieel gebied. Als alle huizen de komende jaren overgaan op inductiekoken, warmtepompen, elektrisch vervoer en zonnepanelen, dan zou het net in theorie verviervoudigd moeten worden. Dat willen we niet, wat betekent dat we moeten nadenken over slimme manieren. Over het flexibiliseren, het ‘verslimmen’ van het net wordt nu langzamerhand nagedacht. Energiebedrijven, netbeheerders en leveranciers van producten zullen met elkaar om tafel moeten, bijvoorbeeld over de flexibiliteit rond tarieven en energiestructuren aan de consumentenkant. Ook op het gebied van wet- en regelgeving.” Een cruciale klus om het net en trafostations niet teveel te hoeven verzwaren. “Verslimmen dus!”
Fase 3: Opslag
De onbalans tussen wind- en zonne-energie zal tot 2030 voornamelijk op minuut-, uur- en dagbasis, lokaal elektrisch gebalanceerd worden met grote en decentrale batterijen. Dat vergt flexibiliteit in productie en gebruik in 3 hoofdprocessen: transport, opslag en conversie naar een andere energiedrager. Heynen: “De drie faseringen in de roadmap lopen allemaal in elkaar over. Kleine initiatieven op het gebied van opslag zijn al aan het ontstaan. Opslag op grotere schaal kan eigenlijk pas nadat de afspraken en de structuur rond het verschijnen van het net rond zijn. Je ziet nu al ‘peakshaving’ aan de industriekant en ‘ramping’ bij grote fabrieken. Frequentiemodulatie en opslagsystemen in het net spelen nu al een rol maar is nog een verwaarloosbaar aandeel. Aan de residentiële kant is er de komende 5-7 jaar nog geen business case voor energieopslag, tenzij daar een subsidie gaat ontstaan. Dat is echter nog maar de vraag of dat gaat gebeuren. Batterijen gaan een belangrijke rol spelen, waar nu al langzaam initiatieven een pilots voor ontstaan. Elektrisch vervoer kan mede een rol in gaan spelen.”
Waterstof?
In het Solar Trendrapport ontbreekt de paragraaf over waterstof. Heynen: “Waterstof gaat absoluut een heel belangrijke rol spelen, daar is geen discussie over. Dat zal echter vooral op industrieel niveau zijn. We hebben geprobeerd het rapport tot 2030 zo concreet mogelijk te maken en met een grove penseel tot 2050 proberen te kijken. De komende 10 jaar zijn we vooral bezig met elektrificeren en verduurzamen van onze elektriciteitsmix. Daar hebben we nog wel een kleine 10 jaar voor nodig.”
–
Solar Solutions 2020
Op 17, 18 en 19 maart aanstaande vindt de nieuwste editie van Solar Solutions International plaats. Solar Solutions International 2020 wordt verreweg de grootste editie tot nu toe. Ruim 13.000 bezoekers, zeker 250 exposanten en meer dan 100 seminars en workshop zorgen voor een rijkdom aan kennis en netwerkmogelijkheden. Dit alles vindt plaats op een beursvloer van meer dan 20.000 m².