Starters en andere durfals aan het woord
Tekst: Marting Bongers
Foto’s: Helène van Rijn

Wie is Gijs-Jan Moest?
Het is een absoluut innovatieve oplossing, die radiator. Gijs‑Jan Moest (39) is ermee bezig sinds 2022. Maar het had zomaar heel anders kunnen lopen. “Voor hetzelfde geld had ik nu iets in de kunst gedaan. Maar zo liep ’t gelukkig niet”, zegt hij zelf. Moest is een man met veel interesses. Iemand die de wereld een beetje beter wil maken. “Maar dan wel met concrete resultaten graag.” Hij interesseert zich voor maatschappelijke issues, duurzaamheid bijvoorbeeld. “En dan neem ik inderdaad wel eens een activistische, kritische houding aan. Ik vind het belangrijk om een individueel denkend wezen te zijn en daar moedig ik anderen ook in aan.”
Kun je uitleggen wat er zo bijzonder aan is, aan jouw vinding?
“Da’s nog niet zo eenvoudig, geeft Moest toe. “Want hoe werkt de digitale camera in mijn telefoon? Dat zou ik ook niet kunnen uitleggen. Maar ik weet wel dat het werkt, dus dan heb ik ‘t liever over de toepassing dan over de techniek.” Moest vertelt dat een gewone radiator de warmte gelijkmatig verdeelt over de voor- en achterzijde. “Dus als je er water van 35 graden Celsius in stopt, wordt de hele radiator 35 graden Celsius.”
Wat zijn radiator (onder de merknaam Rator) uniek maakt, is dat deze het water juist níet gelijkmatig verdeelt, maar dit aan de voorkant concentreert. Die voelt daardoor veel warmer aan – zelfs tot 60 graden Celsius – terwijl het water zelf maar 35 graden Celsius blijft.”

Dat lijkt magic. Maar het is techniek. Hoe werkt dat dan?
“Zoals een vergrootglas dat met zonlicht één punt erg heet maakt. Een papiertje eronder verbrandt dan, hoewel de sterkte van het zonlicht niet anders is als naast dat vergrootglas”, zegt Moest. “Het water stroomt eerst door het achterste deel van de radiator. Een ‘statische booster’ – een ingebouwde warmtewisselaar – en een radiaalventilator stuwen de warmte vervolgens naar de voorzijde. Anders gezegd: alle thermische energie komt geconcentreerd vrij, onder een kleiner oppervlak, waardoor dat een veel hogere temperatuur bereikt.”
Hoe kwam je aan die knowhow? Ervoor gestudeerd?
“Integendeel. Wat ik al zei, ik probeerde het eerst in de kunst. In de modesector. Een managementopleiding volgde ik. Maar dat bleek niet de meest vlotte wereld, als het gaat om veranderingen. Ik had niet het gevoel dat ik daar de vaart in mijn leven kon krijgen die ik zocht. Maar als kind was ik altijd al wel dingen uit elkaar aan ‘t schroeven, voordat iets de prullenbak in ging. Dus een technische achtergrond had ik al wel”, grapt Moest.
Maar hoe ben je dan uiteindelijk ‘in de energie’ beland?
“Ik wilde na m’n ‘modecarrière’ een job in de duurzaamheid. Rond 2016 was dat. Ik heb dat aan iedereen laten weten en op een gegeven moment was er een vriendin die zei: ‘Dit is echt iets voor jou’ – en dat was ‘Klimaatroute’. Zij helpen gemeenten, bedrijven en particulieren met energiebesparing.” Om een lang verhaal kort te maken: Moest is op LinkedIn terug te vinden als duurzaamheidsexpert en milieu-inspecteur, die rond de tweeduizend MKB’ers en huiseigenaren heeft gezien. “Het was meer dan alleen een leuke baan; ik kon er ook mijn eigen ideeën mee toetsen.”

En op een gegeven moment dacht jij: hé, ik moet maar eens voor mezelf gaan beginnen.
“Daar ging wel iets aan vooraf. Bij Klimaatroute was ik veel bezig met warmtepompen. Zo van: hoe werkt dat en hoe kan ik dat nou eens begrijpelijk uitleggen?”
Al doende ontdekte Moest een stukje techniek dat nauwelijks benut werd in de verduurzaming, een soort thermokoppel. Als er stroom doorheen gestuurd wordt koelt de ene kant af, terwijl de andere kant warm wordt. “Ik zag de mogelijkheden en ben daarmee een soort proefopstelling gaan maken, op kantoor. Er werd natuurlijk hard om gelachen, dat ik daar een beetje zat te knutselen…”
In de zomer van ‘22 stapte Moest bij de KvK naar binnen met het idee voor z’n slimme radiator. “Ik dacht: volgens mij is de wereld hiermee geholpen.” Er was veel kritiek, herinnert Moest zich. “Bijvoorbeeld van mensen die beweerden dat het niet bestond omdat het niet werkt.“ Hij kan er achteraf om lachen. “Zoiets moet je dus vooral niet tegen mij zeggen!”


Wat zie je als jouw missie?
Simpel, zegt Moest: “Rator maakt de transitie naar gasvrije gebouwen efficiënt en betaalbaar.” In praktische zin komt dat volgens hem neer op het bieden van een goedkope oplossing tot verduurzaming, voor die gevallen waar anders alleen maar een hele dure verbouwing mogelijk is. Moest geeft een voorbeeld: “Als je een warmtepomp wilt installeren, moet je vaak ook vloerverwarming nemen. Maar in een heleboel woningen kan dat niet. Althans, niet goedkoop. In rijtjeshuizen uit de jaren ’60 en ’70 niet en in monumenten of scholen vaak ook niet.”
En het gat in de markt, hoe zou je dat omschrijven?
“Iedereen is bezig met opwekking. Maar warmteafgifte, dus eerst maar eens een zo hoog mogelijk rendement halen, dat wordt intussen vergeten.” En met de Rator kan dat, volgens Moest. “En wil iemand toch een warmtepomp, dan kun je die hiermee ook nog eens kleiner dimensioneren.”
Daarmee is meteen de doelgroep duidelijk: rijtjeswoningen of flats met een matige isolatie. Deze zijn ook vaak in het bezit van een woningbouwvereniging.
Wat is de ontwikkelingsstatus? Heb je al een deal kunnen realiseren?
De Rator zit nog in een testfase, legt Moest uit. Zo mocht er getest worden in het DreamHûs op The Green Village in Delft. “Onder realistische omstandigheden. Het was een prachtkans voor ons om twijfels weg te nemen, om de prestaties te kunnen aantonen. En daar zijn woningbouwverenigingen komen kijken. Die waren enthousiast.” En onlangs nog slaagde Moest erin om een Rabo Innovatielening af te sluiten. “Die is er voor startups. Er wordt uiteraard streng getoetst. De man die dat deed zei: ‘Dit zou wel eens een doorbraak kunnen zijn’. Voor ons is dat goud waard!”
Maar hoe ben je dan aan je allereerste financiering gekomen?
“In eerste instantie via mijn inner circle. Familie, vrienden. Open kaart spelen, om raad vragen, mee laten denken. En op een geven moment verscheen Wouter Leefers, jeweetwel, Olympisch hockeyer. Wouter zit nu bij ons in het team. Hij vond het leuk om te helpen en hij had weer een buurman die… En zo gaat dat. Maar in de kern van de zaak is het dus allemaal eigen geld. We geloven erin, we durven het risico te nemen.”
Dat betekent dat als je doorgroeit, dat er ruimte is voor investeerders.
Dat bevestigt Moest. Behalve die achtergestelde lening van de Rabo, zit er nog geen vreemd geld in. Moest stelt nadrukkelijk dat hij niet op zoek is. “Dat is ook helemaal niet nodig nu. Maar uiteindelijk zijn we er wel bij gebaat dat er strategische partners betrokken worden. Mensen met een netwerk in de sector. Een installatiebedrijf bijvoorbeeld.”
De interne organisatie
De structuur is overzichtelijk: een holding met daarnaast een werkmaatschappij. Er is een klein kernteam, waaronder een parttime CFO een parttime CTO en wat freelancers. “Lean dus. Elektronica in elkaar zetten en testen doen we ook zo veel mogelijk met onze eigen handjes, in eigen huis.”
Hoe ziet de toekomst eruit?
“Ik doe niet mee aan die rare mode om zo snel mogelijk een exit te realiseren. Ik wil iets opbouwen, een solide fabrikant worden. De weg die wij willen bewandelen is er een van pilots draaien, evalueren, een grotere pilot, enzovoort. Ervaring opdoen, een betrouwbaar apparaat maken. We willen tegen een woningcorporatie – of een andere klant – kunnen zeggen: ‘Kijk, we hebben in 500 huizen radiatoren hangen en die doen het allemaal. Ze presteren naar behoren. Lekker warm en weinig stookkosten. De mensen zijn er superblij mee’. En daar gaat het om!”
Voor meer informatie:
https://www.linkedin.com/company/ratorbv/
