Te gast in de groepenkast
Tekst: Gerrit Tenkink
Foto’s: Techniek Nederland en Paul Henri Degrande
Met de opmars van technologieën zoals PV, laadinfra, warmtepompen en batterijopslag worden andere eisen gesteld aan het ontwerp en uitvoering van de groepenkast. Bij nieuwbouwinstallaties, maar zeker ook bij uitbreidingen in bestaande installaties. Denk hierbij aan gelijktijdigheid, selectiviteit, warmteverliezen, de netaansluiting etcetera. Het aantal vragen stapelt zich op. Tijdens dit webinar gaven experts antwoorden op de meest prangende vragen hierover. Techniek Nederland had hier voor drie specialisten uitgenodigd. Marcel Wennekes, accountmanager bij ABB en NEN-voorzitter Commissie Meterruimten, Dursun Kilic, founder en ceo Kilictar Holding- NIYATA-Energy en werkzaam in de vakgroep Zonne-energie bij Techniek Nederland en Marcel Vriens, technisch directeur bij Flexcharge en actief binnen de werkgroep EV laadtechniek bij Techniek Nederland.
Oud en nieuw
Marcel Wennekes maakt zich zorgen over het kennisniveau als het gaat om wat er zich in de groepenkast afspeelt. Hij begon zijn presentatie met de uitleg over het verschil tussen de groepenkast in de bestaande bouw en in de nieuwbouw, waarbij het duidelijk is dat nieuwbouw maar een klein deel betreft. Wennekes: “We bouwen 50.000 tot 70.000 nieuwe woningen per jaar, een fractie in vergelijking met bestaande aansluitingen bij 7,6 miljoen woningen waar nog iets moet gebeuren de komende jaren. Bij de bestaande bouw heb je te maken met zekeringen en installatieautomaten en netvoeding van 1 en 3-fasen. In die (vaak te kleine) groepenkasten zie je aansluitwaarden van 25, 35 en 40 Ampère. Voor wat betreft de aansluitruimte zijn er dan mogelijkheden om een hele nieuwe verdeler te plaatsen, de bestaande verdeler aan te passen of aanvullende verdelers te plaatsen. Gaat het over nieuwbouw, dan hebben we te maken met installatienormen, 3-fasen (is al standaard) en aansluitwaarden van 3x 25 Ampère. Voor wat betreft de aansluitruimte kun je dan één verdeler of meerdere verdelers plaatsen. Bij bestaande bouw zien we vaak nog geen hoofdschakelaar, geen of te weinig aardlekschakelaars en geen installatie-automaten. Ze zijn daarbij niet geschikt voor hogere stromen. Er is vaak te dunne bedrading gebruikt en te weinig ruimte voor componenten en de groepen worden te hoog belast. En wat de installateur nog weleens vergeet”, aldus Wennekes, “is dat je de stromen van de netvoeding en de pv bij elkaar op moet tellen. Dan kom je vaker uit bij hogere stromen als waarvoor de verdeler ontwikkeld is. Je mist dan de ruimte in de kast.”
Adviezen bestaande groepenkasten
Wennekes vervolgde zijn betoog met een waarschuwing. “Let op, als installateur ben je verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hele kast, ook al gaat het maar om het bijplaatsen van één groep. Overweeg altijd geteste en goedgekeurde uitbreidingskasten of kies voor een hele nieuwe groepenkast. Daarnaast is het belangrijk om de gelijktijdigheid per groep te testen en zonder warmtetest mag je de nieuwe groep maar maximaal 80 procent belasten. Overleg met de fabrikant en de paneelbouwer is hierbij zeker het aanraden waard”, aldus Wennekes.
Als installateur ben je verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hele kast, ook al gaat het maar om het bijplaatsen van één groep
Adviezen nieuwe groepenkasten
Uiteraard heeft Wennekes ook adviezen als het gaat om groepenkasten van nieuwe woningen. “Kies zoveel mogelijk voor 3-fasen-apparatuur. En plaats een 2-fasen fornuisgroep achter de 3-fasengroep. En een derde advies: tel de maximale stroom van de netbeheerder op bij alle maximale stromen van de overige energiebronnen. De som van de stromen en de loop van de stromen bepaalt de keuzes van de interne bedrading en kamrail. Op het moment dat je de kast zelf bouwt, ben je volgens de wet en de NEN-EN-IEC 61439 fabrikant van de groepenkast.”
Netvoeding
De invoeding van de netvoeding varieert. Bij oudere woningen gaat het dan vaak nog om een groepenkast met zekeringen. Die zekering leidt tot een onbetrouwbare energievoorziening (warm-koud). Vervanging daarvan moet altijd door een installateur gebeuren. Maar de bewoner krijgt bij de vervanging van 1x 35A naar een verzwaring naar 3x 25A nog altijd zekeringen. Zij kunnen nog niet kiezen voor automaten. “Dat is jammer”, aldus Wennekes, “want de automaten hebben hun voordelen, bijvoorbeeld omdat de gebruiker ze zelf kan herstellen, bijvoorbeeld bij selectiviteitsproblemen. Ook op dit vlak heeft Wennekes een advies. “Vraag in geval van zekeringen in overleg met de opdrachtgever een aansluiting van de nieuwe standaard 3x 25A met installatieautomaten en overleg ook met de opdrachtgever hoeveel groepen hij of zij wil hebben. Het spreekt voor zich, maar werk daarbij nooit onder spanning en verbreek nooit de zegels in de kast als je geen zegelrecht hebt. Met de kanttekening dat het overleg met de netbeheerder in praktijk eigenlijk niet meer plaatsvindt en dus de opdrachtgever zelf de aanvraag moet doen. En dat betekent in de praktijk dat die aanvraag meestal gebeurt via de installateur.”
Overleggen
Bij de bestaande woningen zien we dat de afgaande groepen steeds zwaarder belast worden. Ging het vroeger om een simpele wasmachine of koelkast, nu zien we langdurig stromen, bijvoorbeeld door de zonepanelen en warmtepompen of door het opladen van de elektrische auto. Dursun Kilic weet dat deze stromen steeds vaker tegen de maximale waarden aanzitten, zowel bij afname alsook bij invoeding. “Mijn advies luidt dan ook om altijd te kiezen voor een 3-fasen aansluiting ook al is die duurder. Doe dat wel in overleg met de opdrachtgever, om zo te voorkomen dat hij zich achteraf geconfronteerd ziet met extra kosten, die hij niet had verwacht. Als installateurs hebben we een belangrijke adviesfunctie. Die focus op een goede advisering naar de opdrachtgever is heel belangrijk.” Kilic adviseert om altijd 3x 25A te nemen in plaats van 1x 35A. “Je hebt dan meer een gelijkmatige fasebelasting. Maar overleg met de klant eerst over de kast, zodat hij, bijvoorbeeld bij de installatie van de zonnepanelen, niet achteraf krijgt te horen dat hij ook nog eens een nieuwe groepenkast moet laten installeren.”
PV
Kilic is specialist als het aankomt op PV en de aansluiting van PV in de groepenkast. Zijn advies is duidelijk: “PV moet je altijd aansluiten op een aparte eindgroep en aardlekbeveiliging is niet verplicht mits de aardverspreidingsweerstand op de plaats van de apparaten zo laag is dat de beveiliging binnen de voorgeschreven uitschakeltijden valt. En denk er daarbij aan dat de aardverspreidingsweerstand in de loop van de tijd kan verslechteren. Daarnaast is het belangrijk om rekening te houden met de AC-lekstroom van de PV-omvormer. Vanaf de onderconstructie naar het dak; alles moet naar de aarde gebracht worden”, zo vertelde Kilic tijdens het webinar. Hij benadrukte daarbij dat hij vooral adviseur is richting opdrachtgever. “Vraag hem dus ook of hij in de toekomst van plan is om bijvoorbeeld een warmtepomp of een laadpaal aan te sluiten. En vanaf het eerste gesprek vragen we de klant een foto van de groepenkast te sturen, zodat we vooraf weten waar we mee te maken hebben.” Kilic geeft een voorbeeld: zodra hij een 1 fase 25/35A groepenkast ziet met schroefzekeringen en zonder hoofdschakelaar, dan is zijn eerste advies om de groepenkast te vervangen. Ziet hij een 1-fase 35A groepenkast, automaten en aardlekschakelaars zonder hoofdschakelaars adviseert hij om een hoofdschakelaar bij te plaatsen. Bij een 1 fase 35A groepenkast, automaten en aardlekschakelaars en hoofdschakelaars is een aanpassing van de groepenkast niet nodig en datzelfde geldt voor een 3 fasen 3x 25A groepenkast met automaten en aardlekschakelaars en hoofdschakelaar. Ook hier is aanpassing niet nodig. Kilic geeft aan dat het belangrijk is om producten van dezelfde fabrikanten te gebruiken, al moet daarbij gezegd worden dat vaak de fabrikant niet bekend is.
Elektrische voertuigen
Tot slot Marcel Vriens. Als specialist op het gebied van EV-laadinstallaties ziet hij dat autoverkopers de klant vaak op het verkeerde been zetten. ”Binnen de autobranche is de focus komen te liggen op snel laden. Vaak is dat helemaal niet nodig, maar omdat de verkoper dit als verkooptruc bij die specifieke auto gebruikt, wil de klant dat dan ook graag verwezenlijkt zien. Advies aan de installateur: “Kijk hoe het gedrag van de klant eruitziet en geef hem een goed en eerlijk gebruiksadvies. Laadt bijvoorbeeld zoveel mogelijk ’s nachts op. Beter laag en langdurig laden dan snel laden. Daar moet de installateur zijn klanten beter bij adviseren. EV betekent een langdurige vollast. Daarnaast zien we efficiënt laden op zonnestroom, maar we zien ook veel verouderde verdeelkasten en dat er vaak onvoldoende vermogen beschikbaar is.”
80 procent belasting
Voor wat betreft de groepenkast is Vriens duidelijk: “EV-laadinstallaties moet je altijd aansluiten op een aparte eindgroep. Aardlekbeveiliging 30 mA is verplicht. Ga niet alleen uit van voorschriften, maar belangrijker is het om goed te beveiligen. Beveiliging, bekabeling, alles speelt mee”, zo luidt het advies van Vriens, die verder meegeeft dat het belangrijk is om een aardlekautomaat als directe groep toe te passen en rekening te houden met DC-lekstroom (<6 mA per omvormer). En kijk naar de 80 procent continue belasting. Wij gebruiken dat als vuistregel, omdat bij belasting van 80 procent de installatie minder warm wordt. Bij een 6 uur lange belasting van 100 procent ontstaat te veel warmte. Daar moet je je goed bewust van zijn. Dus zorg voor overdimensionering. En een aardlekbeveiliging is noodzakelijk en verplicht. Thuisladers zijn namelijk niet altijd voorzien van een aardlekbeveiliging, dus de installateur moet ook daar op controleren.”