Verlichting in beweging
Toekomst lacht innovatieve installateur toe
Auteur: dr. Henk-Jan Hoekjen. Foto’s: Alexander van Berge/Ex Interiors, NSVV, Timo Reisiger/Trilux.
We leven in een tijd van permanente verandering. En dan gaat het niet alleen over de coronapandemie. Natuurlijk: deze nogal plotselinge ingreep in onze dagelijkse routines heeft een aantal ontwikkelingen op scherp gezet. Maar tal van trends – ook in de elektrotechnische wereld – zijn bepaald niet alleen op het conto van het virus te schrijven. In feite zien we al minimaal 10 jaar een versnelling van verschillende ontwikkelingen op het gebied van techniek en maatschappij, ontwikkelingen die elkaar bovendien wederzijds beïnvloeden. Installateurs moeten daar natuurlijk wat mee.
De eerste langjarige trend die waarneembaar is, is de roep om meer energiezuinige installaties. Er ligt op dit terrein een belangrijke en acute opgave, die onder (veel) meer ingevuld kan worden middels de installatie van energiezuinige LED-verlichting.
Elektrotechnisch installateurs hebben inmiddels volop ervaring opgedaan met LED: het installeren van de ‘light emitting diode’ is voor een groot deel van de sector ‘busines as usual’. Eén van de vele voorbeelden van projecten waarin recentelijk (natuurlijk) LED-verlichting werd toegepast is het nieuwe kantoor ven Nedap Light Controls in Groenlo. Elektrotechnisch installateur Enervisie uit Winterswijk adviseerde er op instigatie van de opdrachtgever en de verantwoordelijke interieurarchitect Ex Interiors uit Nieuwegein energiezuinige LED-verlichting. De woordvoerder van het bureau benadrukt dat de verlichting in dit project het uitgangspunt vormde voor de rest van het ontwerp. “Nedap Light Controls maakt licht beheersbaar en levert duurzame verlichtingsoplossingen, die voldoen aan de behoeften van de gebruiker en een einde maken aan verspilling van energie en grondstoffen.” Dit belang is zo groot dat het verlichtingsplan volgens de interieurarchitect het belangrijkste uitgangspunt is geweest in het ontwerp. Overigens speelden esthetische overwegingen daarbij natuurlijk ook een rol. “In samenwerking met Studio Rublek zijn er boven het kantoorlandschap enkele unieke lichtlijnpatronen ontwikkeld. Nergens ter wereld is dit op deze schaal met dit systeem uitgevoerd. De fijne balans tussen speelsheid en uitstraling maakt dat de structuur duidelijk aanwezig is, zonder alle aandacht op te eisen.”
Kennisniveau
Het installeren van LED is dus allang geen onontgonnen terrein meer in het elektrotechnische werkveld. Maar dat betekent niet dat installateurs wat dit betreft op hun lauweren kunnen gaan rusten. Er zijn ontwikkelingen op velerlei gebied. Installateurs doen er verstandig aan om zich te informeren over de ontwikkelingen op het gebied van het dimmen van LED (zie het artikel elders in deze uitgave), en ook op het gebied van ‘retrofit-LED-verlichting zijn er voortdurend ontwikkelingen. Dit noopte de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV) ertoe om onlangs in samenwerking met het Belgisch Instituut voor Verlichtingskunde (BIV) en Groen Licht Vlaanderen (GLV) een boek over dit onderwerp te publiceren. De titel van de publicatie luidt ‘Licht vernieuwen naar led. Wat moet je weten?’. “Overal zijn de ‘snelle LED-jongens en -meisjes”, zegt John de Joode, voorzitter NSVV. “Zij betoveren opdrachtgevers met mooie terugverdienplaatjes op de energierekening, maar zij hebben vaak onvoldoende kennis van de kwaliteit van licht en van de negatieve invloed van slechte verlichting op gezondheid, welzijn en duurzaamheid.” De publicatie beoogt dat kennisniveau omhoog te brengen, ook van installateurs. “Het gaat specifiek in op de implicaties van retrofit met een heldere omschrijving van de condities”, zegt Catherine Lootens van GLV. “Het gaat ook over de rol en aansprakelijkheid van de installateur, adviseur, producent en fabrikant als het mis gaat bij aanpassingen aan een verlichtingstoestel. Wij leggen uit, maar beschrijven ook de gevoeligheden en de valkuilen.”
Retrofit
Tijdens een recent webinar van Dekra gaf Lootens aan dat retrofit een flink deel van de markt zal blijven uitmaken. “Aanvankelijk dacht ik dat retrofit-LED een overgangsproduct zou zijn”, stelde ze. “Maar ik heb mijn mening moeten bijstellen. Want we weten allemaal dat het circulaire aspect steeds belangrijker wordt. Retrofit wordt gebruikt om traditionele armaturen te vervangen door LED, maar in de toekomst zullen we aan de LED-armaturen weer aanpassingen gaan doen; in die context wordt retrofit een blijver.” De Joode ziet dezelfde tendens, maar plaatst een kanttekening. “Ik ben er geen voorstander van om in T8-lichtbronnen, die in 2023 gaan verdwijnen, LED-tubes te stoppen. Ik denk dat dat een tijdelijke oplossing is.” Maar De Joode stelt dat de maatvoering van de ‘oude’ armaturen niettemin leidend zal blijven. “Ik denk dat we complete LED-modules gaan vervangen. En dat sluit aan bij wat Catherine zojuist zei over circulariteit. Dus ik denk dat retrofit een blijvertje is, maar niet in de vorm zoals we het nu kennen.”
Gegeven de voortdurende ontwikkelingen is het van belang dat de elektrotechnische sector van de hoed en de rand weet. Verstandige bedrijven informeren zich over alle ontwikkelingen, want voor innovatieve installateurs liggen er grote kansen in de toekomst. Dat geldt zeker ook voor nog een andere belangrijke trend in de gebouwde wereld: de verslimming van gebouwen. Binnen de gebouwde wereld wordt steeds meer gebruik gemaakt van slimme technologieën die – oneerbiedig gezegd – ‘aan elkaar geknoopt’ worden tot een smart grid. En de verlichtingsinstallatie kan hierbij een belangrijke rol spelen. Bij Trilux weten ze er alles van. “Wij zien ‘smart building’ als gebouwgebonden installatie die onderlinge systemen met elkaar laat communiceren en aan kan sturen”, aldus Johan van Zeist van deze aanbieder van verlichting. “Zo kunnen onze LED-verlichtingsarmaturen met gevoelige sensoren worden uitgerust, waardoor de verlichting pas inschakelt bij onvoldoende daglicht of de aanwezigheid van mensen. Tegelijkertijd verzamelen deze armaturen met behulp van geïntegreerde beacons allerhande informatie over het gebruik van het gebouw. Denk hierbij aan de temperatuur, luchtvochtigheid, geluid, bezettingsgraad, aanwezigheid van personen in een ruimte en bezoekersstromen. Ook data over het armatuur zelf, zoals de in bedrijfsstatus (aan/uit), dimstand, verbruikt vermogen, branduren en luxwaarde, kunnen in het smart buildingssysteem worden uitgelezen.”
Partneraanpak
Volgens Van Zeist is de rol van de installateur bij het implementeren van dergelijke innovaties groot. De Trilux-man noemt de installateur in dit opzicht de ‘verbindende factor’. “Maar ik denk dat het belangrijk is om projecten waarin ‘smart’ centraal staat vanuit een gezamenlijk team/partneraanpak aan te vliegen.” Daarbij gaat het om het formeren van een team bestaande uit de eindklant (‘wat wil men kunnen met het gebouw?’), de adviseur (‘wat is er technisch mogelijk binnen de gestelde kaders?’), de installateur (‘hoe kunnen de eisen/wensen daadwerkelijk gerealiseerd worden?’ en de producent. “Ook deze partij is belangrijk”, benadrukt Van Zeist. “De producent weet wat de mogelijkheden zijn, nu én in de toekomst.” Ook heeft de producent zicht op de manier waarop zo veel mogelijk open source gebouwd en geproduceerd kan worden. “Zodat onderdelen in de gebouwinstallatie met elkaar kunnen gaan communiceren en daarmee in dienst staan van de gebruiker.”
In de grote projecten loopt dit volgens Van Zeist goed. “Daar zitten de grotere installateurs op met voldoende kennis en capaciteit om zulke projecten om te zetten. Zij dagen de producenten – samen met de adviseur en eindklant – uit en daar komen écht mooie innovaties uit! Vaak maatwerk.” In de iets kleinere projecten wordt vaak net iets minder gevraagd. Maar ook daar zijn volop mogelijkheden. “We zien dat we hier als Trilux-installateurs ook volledig kunnen servicen. Dat wil zeggen: de installateur kan de opties van smart licht gewoon aan zijn opdrachtgever verkopen, terwijl wij ons als producent druk bezig houden met de juiste productselectie, de eventuele commissioning en programmatie op locatie. Dat doen we tegen kosten, die een installateur ook weer kan doorberekenen richting eindklant.”
Grenzeloos
Voorbeelden als deze laten zien dat de wereld van de installateur volop in beweging is, ook wanneer het gaat om het installeren van verlichtingsoplossingen. Dat gaat van relatief basic oplossingen, zoals daglicht- en aanwezigheidsdetectie, naar op het oog ingewikkelder technologie, die het bijvoorbeeld mogelijk maakt armatuurgegevens uit te lezen, installaties via de cloud te beheren, et cetera. Gemene deler van de ontwikkelingen is dat de toekomst meer en meer draadloos wordt via bijvoorbeeld een Mesh-netwerk, bluetooth, zigbee of casambi. Hierdoor zijn er geen bouwkundige ingrepen meer nodig om intelligentie toe te voegen aan de armaturen. “De grootste uitdaging voor de installateur is om hierin geen angst te kennen en te vertrouwen op zijn partners”, zegt Van Zeist. “De opties zijn écht grenzeloos. Heikel breekpunt kan dan weer het budget zijn. Maar daar moet een installateur in de beginfase gewoon de juiste vragen over durven stellen aan de eindgebruiker: wat wil men nou écht dat het gebouw en de verlichting kan? Op die manier kan toegevoegde waarde worden verkocht.”