Wordt de installateur een zorgverlener?

Tekst: Martin Bongers
Foto’s: Techniek Nederland, Gerd Altmann, Harry Strauss
Domotica is een verzamelnaam voor alle ICT-gerelateerde hulpmiddelen die ons helpen om het leven aangenaam en comfortabel te houden. In die zin heeft het niets met ouderen te maken. Een bekend voorbeeld van domotica is een app, waarmee alle verlichting in huis op afstand geregeld kan worden. Of de verwarming.
De vraag gaat eraan komen. Knelpunt daarbij is wel dat er een tekort aan technische vakmensen is om alle werkzaamheden uit te voeren.
Zodra domotica een rol krijgt in een passieve of actieve zorgsituatie, noemen we het zorgdomotica. Denk aan een robotje, dat met de thee rondgaat in de eetzaal. Of aan een sensor, die ‘s nachts automatisch de bewegingen van een patiënt meldt op de app van de zorgmedewerker.

Met domotica naar een smart buidling?
Domotica in een woonhuis of instelling installeren, levert voor de vakspecialist nog niet meteen een ‘smart building’ op. Een smart building, een slim gebouw, denkt namelijk zelf na. Er is dan een component AI (kunstmatige intelligentie) toegevoegd. Even terug naar het voorbeeld van de bewegingssensor: indien de data van die sensor automatisch wordt geïnterpreteerd (wat kan), ontstaat er een patroon dat de zorgmedewerker exact vertelt: deze beweging is ongewoon, nu meteen naar de cliënt toe! En andersom: voor heel veel bewegingen hoeft de zorgmedewerker juist helemaal niet in actie te komen, want voor de sensor zijn het bekende, ‘onschuldige’ registraties. En daar gaat het natuurlijk om: zorgpersoneel ontlasten en tegelijkertijd de client niet onnodig storen. Het kan in een smart building zelfs zover gaan, dat de sensor gaat voorpellen: de client zou normaal gesproken rond deze tijd deze beweging gemaakt hebben, maar die bleef uit. Gauw even kijken!

Investeringen
Zorgdomotica is een jonge ‘markt’. Maar wel een grote. Want de zorgsector ziet zich geconfronteerd met structurele personeelstekorten waardoor zij na moet denken over de inzet van ‘slimme’ oplossingen die het personeel ontlasten. Tegelijkertijd is er de wens van de overheid om de senior zo lang mogelijk in de eigen omgeving te houden, ondersteund door een zorginstelling en familie. Maar ook die mantelzorger redt het niet, zonder technische ondersteuning. Met andere woorden: er zal in de komende jaren enorm veel in zorg-gerelateerde ‘huistechnologie’ geïnvesteerd worden, zowel intramuraal als extramuraal.
Toepassing
De laatste jaren is het de zorgdomotica een beetje uit beeld geraakt, mede onder invloed van de enorme vraag naar energiebesparing. Programmamanager Terry Heemskerk van Techniek Nederland zegt hierover: “Klopt, de mensen geven hun geld maar aan één ding tegelijk uit. En ook de installateur focust zich qua capaciteit, omzet en marge nu vooral op de energiebesparings- en verduurzamingsmarkt.”
Een algemeen erkende indeling van zorgdomotica, bijvoorbeeld op basis van de toepassing, is er (nog) niet. Het zou er zo uit kunnen zien:
Essentieel is het vinden van een win-win toepassing. Het kan nooit zo zijn dat de gekozen configuratie alleen in het ‘voordeel’ is van een zorginstelling, bijvoorbeeld op basis van efficiencymotieven. Ook kan een toepassing niet alleen in het voordeel zijn van de cliënt. Het gaat altijd om het precaire evenwicht tussen de belangen van een instelling, het zorgpersoneel en de client. Het evenwicht tussen het leveren van een optimale, maar betaalbare zorg en het streven naar een maximale kwaliteit van leven.
Kansen voor de installateur
De optelsom van een toenemende vergrijzing plus een personeelstekort in de zorg levert veel noodgedwongen innovatie op. Niet alleen in de vorm van slimme zorgdomotica, maar ook zal er veel nieuwbouw en renovatie plaats gaan vinden. Veel bestaande instellingen zijn namelijk totaal niet ‘domotica-gereed’, om van de privéwoningen nog maar te zwijgen. Binnen een instelling gaat het om kritisch dataverkeer. Een reden om deze data gescheiden te houden van het overige, het dagelijkse. En als het om woningen gaat, is het bijvoorbeeld maar de vraag of de internet-infrastructuur veilig en stabiel is.
Want let wel: zorgdomotica is geen gadget; integendeel, het is niet zelden bepalend voor het verschil tussen leven en dood. In de woorden van Techniek Nederland: “Om dergelijke zorgverlening te kunnen realiseren moeten de omstandigheden wel zodanig te zijn dat de zorg op een verantwoorde manier kan worden geleverd. De installatiesector kan die juiste omstandigheden verzorgen.”

Voor de installateur zijn er dus veel mogelijkheden. Het gaat ‘anno vandaag’ dan nog vooral om het aanleggen van netwerken – inclusief de bijbehorende bekabeling – en om de montage van allerhande apparatuur. Veel domotica-apparatuur interacteert weliswaar met Wifi, maar dat is vooral bedoeld voor dataoverdracht, niet voor spraak. Bovendien is de apparatuur permanent in ontwikkeling en worden door steeds meer fabrikanten steeds meer verschillende protocollen gebruikt. Via een intelligent netwerk kunnen deze apparaten toch met elkaar samenwerken – een voorwaarde om van (zorg)domotica te kunnen spreken.
Een Private-LTE netwerk bijvoorbeeld, kan dan een oplossing zijn. Het is bovendien te certificeren als stil alarm (conform NEN 2575).
Ook edge-computing is wenselijk. Hiermee kunnen externe locaties, privéwoningen bijvoorbeeld, gegevens laten verwerken door de (in het netwerk gekoppelde) apparaten zelf, of via een lokale netwerkserver. Edge-computing maakt realtime dataverkeer mogelijk op locaties waar dit normaal gesproken moeilijk gaat; het vermindert knelpunten in het netwerk. Het allerbelangrijkste is dat daardoor de bedrijfszekerheid verbetert voor cliënten die voor hun veiligheid op slimme zorgdomotica vertrouwen.
Er zal in de komende jaren enorm veel geïnvesteerd worden in zorg-gerelateerde ‘huistechnologie’.
Ook het feit dat deze markt nog jong is en niet transparant (zelfs het ‘jargon’ is nog in ontwikkeling), kan in het voordeel van de installateur werken. Een leverancier van domoticatools zegt hierover: “Facilitymanagers, of hun ICT-afdeling, hebben nog geen ‘loket’.” Dus bellen ze een willekeurige installateur: “Levert u ook zorginstallaties?”
Een goede installateur belt dan meteen een externe Zorg & ICT-adviseur (dat had de klant dus moeten doen) en gezamenlijk wordt een maatwerkplan gemaakt, inclusief de intermenselijke aspecten van de uiteindelijke implementatie.
Techniek Nederland heeft intussen (in samenwerking met Wij Techniek, KIEN, TNO en ISSO) het programma ‘Wonen, Welzijn, Zorg’ gelanceerd. De installateur die hier aan meedoet mag zich Comfortinstallateur noemen, conform de InstallQ-erkenningsregeling Langer Zelfstandig Thuis Wonen (LZTW). Terry Heemskerk: “Deze installateurs hebben de kennis en vaardigheden om woningen geschikt te maken voor zorg aan ouderen of in het algemeen, de woningen van meer comfort te voorzien.”
Wetgeving
Sinds 2020 is de Wet Zorg en Dwang van toepassing. Een uitgangspunt hierin is dat iedereen het recht heeft om eigen leefwijze- en zorgkeuzes te maken. Als we deze wet positief interpreteren lezen we er in dat zorgdomotica, ook in de eigen woonomgeving, daarbij zeker kan helpen. Daarnaast is er de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) en de Wlz (Wet Langdurige Zorg). Deze regelen dat gemeenten zorg inkopen bij instellingen en die instellingen leveren die zorg dan ‘aan huis’. Maar ook dit soort zorg moet zo veel mogelijk ‘geautomatiseerd’ worden om het betaalbaar te houden – sterker nog, om het überhaupt te kunnen leveren. Want ook voor deze tak van sport (thuiszorg) is in de toekomst nauwelijks personeel te vinden.
Op tijd in actie komen
Wordt de installateur een zorgverlener? Dat natuurlijk niet, maar er doemt een interessante nichemarkt op. Mits er tijdig geanticipeerd wordt. Niet afwachten. Het is nu het moment om alvast in overleg te treden met gemeenten en zorginstellingen, met adviseurs en leveranciers. Het is verstandig om ‘bij te scholen’. En het is zeker verstandig om stil te staan bij het werken voor een bijzondere doelgroep.
Kansen te over dus. Maar je moet de bal wel kunnen inkoppen. Terry Heemskerk: “De vraag gaat eraan komen. Knelpunt daarbij is wel dat er een tekort aan technische vakmensen is om alle werkzaamheden uit te voeren. Het beroep dat wordt gedaan op de technieksector wordt alleen maar groter.”