Periodieke inspectie pv-installaties is pure noodzaak
Auteur: Gerrit Tenkink
De geïnterviewde partijen vertellen dat er, vooral in de klein zakelijke markt, nog veel te verbeteren valt. En wellicht dat een periodieke keuring van de aangelegde installaties geen gek idee is. Kansen dus voor een nieuw verdienmodel.
Keuringen
Frank Bakker is voorzitter van de NEN 82 zonne-energiesystemen. Op de Nederlandse markt worden alleen NEN-goedgekeurde producten – zoals panelen, bekabeling en omvormers – op het dak geïnstalleerd. Defecten zijn volgens hem voor 90 procent terug te voeren op menselijke fouten. “In Nederland hebben we geen keuringsinstantie die langskomt na de plaatsing. In België heb je wel officiële keuringsinstanties, maar dat lijkt ook niet de juiste oplossing te zijn voor de problematiek van de installatiekwaliteit. Daar is namelijk een heel commercieel circus ontstaan rond dat soort keuringsbureaus. Dat lijkt me geen wenselijke situatie. Het begint met opleiden van de installateur, die installeert volgens de huidige normeringen. Ik denk wel dat er een bepaalde vorm van keuring moet komen, met daaraan gekoppeld een keurmerk. Er zijn al wel wat keurmerken; het probleem is alleen de handhaving.” Bakker verwacht dat de markt zich vanzelf voegt naar de vraag. “De markt van pv-panelen is nog vrij jong. Ik kan me voorstellen dat er een verdienmodel is te ontwikkelen rond de pv-installatie, net als bij de cv-ketel. Maar je moet wel reëel zijn. Een jaarlijkse keuring lijkt mij overdreven. Eens per twee of drie jaar langskomen is geen overbodige luxe. Slijtage treedt namelijk op vanaf de dag van installatie.”
Risico’s
Maar heeft de gemiddelde installateur wel voldoende kennis en het juiste gereedschap in huis om de pv-installaties te testen en te onderhouden? Elbert Jan Achterberg is directeur van adviesbureau Straightforward, een bureau dat zich bezighoudt met de kwaliteitsbewaking van zonnestroomsystemen. Hij heeft een duidelijk antwoord op deze vraag. “ Nee. Bij veel partijen die zonnestroominstallaties verkopen – of dat allemaal installateurs zijn laat ik in het midden – ligt de focus uitsluitend op prijs en volume. Dat bereiken ze deels door zzp’ers in te zetten die per geplaatst paneel worden betaald en een vaste vergoeding krijgen voor de werken aan de elektrische installatie. Hierdoor minimaliseert de ‘installateur’ natuurlijk het risico op kostenoverschrijding. De vergoeding voor de zzp-ers is vast en deze neemt alle risico’s als het een keer tegenzit bij de installatie. In dit systeem zit een prikkel om zo snel mogelijk te werken en om de goedkoopste componenten te gebruiken. Vaak gaan de installatieteams op pad met gebrekkige informatie over de situatie die ze ter plekke zullen aantreffen. Wat voor verdeelinrichting is er? Is er nog plaats om uit te breiden? Waar kan de omvormer worden geplaatst? Hoe kunnen leidingen lopen? Daarnaast hebben veel van deze zzp’ers helemaal geen elektrotechnische achtergrond. Ik heb veel respect voor wat deze mensen dagelijks moeten doen. Door weer en wind met zonnepanelen sjouwen, dak op dak af. Lange dagen met veel (onbetaalde) reistijd, soms drie installaties op één dag. Dat zijn natuurlijk omstandigheden waardoor de focus komt te liggen op ‘snel’ en niet op ‘goed’.”
Fouten
Achterberg kan zonder aarzelen een aantal veelvoorkomende fouten opnoemen die hij met regelmaat tegenkomt tijdens inspecties. “Er worden veel fouten gemaakt bij het aansluiten op de verdeelinrichting. Bij grotere installaties wordt vaak onvoldoende rekening gehouden met de warmteontwikkeling in de verdeelinrichting, omdat wordt gerekend met een gelijktijdigheidsfactor uit ‘normale’ installaties, terwijl de gelijktijdigheid bij een zonnestroominstallatie eigenlijk ‘1’ is. Bij kleinere installaties in woningen treffen we veel slecht werk aan door gebrek aan vakmanschap. Denk aan basisfouten als het niet gebruiken van adereind-hulzen of het plaatsen van meerdere draden, vaak ook nog van verschillende diameter, onder één klem. En het ombouwen van een eindgroep naar distributiegroep om bij de omvormer een onderverdeler te maken (‘wasmachineverdeler’) wordt ook vaak fout gedaan. In woningen wordt de werkschakelaar vaak vergeten. Vereffenen van het montagesysteem / de panelen gebeurt vaak niet of verkeerd. Dakdoorvoeren worden niet goed uitgevoerd. Bij platdaksystemen wordt het ballastplan vaak niet gevolgd en worden installaties soms zelfs op grind geplaatst. Moduleklemmen worden onvoldoende aangedraaid. Kabelmanagement is – vooral op het dak – vaak slecht, met het risico dat er isolatiefouten ontstaan. Zoals je hoort, er is nogal wat aan de hand.”
Meetapparatuur
Gebrek aan vakinhoudelijke kennis is één, het gebruik van goede meetinstrumenten is een tweede aspect waar het wel eens aan ontbreekt. Kees Compaan is manager KWx Meetinstrumenten. KWx, onderdeel van de Hemmink groep, heeft zijn roots in meetinstrumenten voor het inspecteren van elektrische installaties. Naast de apparatuur verzorgt KWx ook diverse trainingen, onder andere voor het meten van pv-installaties. Volgens Compaan is goede meetapparatuur voor het meten van pv-installaties nog geen gemeengoed. “Een goede installateur keurt de pv-installatie bij oplevering, maar we zien dat er vaak pas pv-testers worden aangeschaft wanneer de opdrachtgever vraagt om een inspectierapport bij oplevering”, zegt Compaan die daarmee uitspreekt dat er schijnbaar toch ook veel installaties worden opgeleverd zonder inspectierapport. “Maar ik zie wel een groeiende bewustwording bij installateurs. Misschien dat het groeiend aantal dakbranden daar mee te maken heeft”, zegt Compaan die aangeeft dat voor het meten van de isolatieweerstand aan de DC kant specifieke meetapparatuur (een pv-tester, red.) nodig is. “Een standaard ‘megger’ meet vaak te snel, waardoor het capacitieve effect van de panelen de meting nadelig beïnvloedt. Ook staat er continue DC spanning op de string, dus moet de meetapparatuur daar geschikt voor zijn. De basismetingen open klem spanning (Uoc) en de kortsluitstroom (Isc) zouden kunnen worden uitgevoerd met een DC-multimetertang en een geschikte DC-schakelaar. Het is echter aan te raden om dit ook met de pv-tester te doen. De in mijn ogen belangrijkste meting is de meting van de I-V curve. Dit is de manier om fouten in de panelen of de configuratie snel op te sporen.”
Verdienmodel
Hoewel periodieke inspectie en keuring niet verplicht is, noemt Compaan deze wel gewenst. “Een goede monitoring van de pv-installatie, via bijvoorbeeld een app, kan al veel problemen op tijd tackelen. Het is van belang om de storingsmeldingen en afwijkingen in prestatie snel te signaleren en op te volgen. Een beginnende sluiting zal direct moeten worden opgevolgd. Het uitzetten van de omvormer maakt het DC-deel nog niet spanningsloos. Daarom is periodieke inspectie zeer aan te bevelen, waarbij net als bij de meeste inspecties het visuele gedeelte een belangrijk onderdeel is”, zegt Compaan, die installateurs adviseert om, net als bij de cv-installatie, een jaarlijks contactmoment te creëren.
Ook Rudolf Stavast, productspecialist Elektrotechiek bij Euro-Index ziet mogelijkheden voor een verdienmodel. Euro-Index levert test- en meetinstrumenten voor veiligheid, onderhoud en nieuwbouw van technische installaties. Ook verzorgt het bedrijf trainingen in het gebruik van de specifieke meetinstrumenten en de bijbehorende accessoires en software. Stavast ziet dat in toenemende mate eindgebruikers, met name bij de grotere industriële installaties, vragen om meetrapporten bij het opleveren van de pv-installaties. “Periodiek onderhoud is zeker gewenst. Periodieke inspectie met testapparatuur geeft inzicht in de elektrische veiligheid en het rendement van een installatie. Hierbij kunnen ook zaken als het schoonhouden van de panelen, het controleren van de technische verbindingen en de slijtage van de kabels met bijkomende degradatie aan de orde komen. Periodieke inspectie door de erkende installateur is dus zeker zinvol.”