Interreg V-project Rolling Solar gestart
Solliance Solar Research
Meer informatieHet Rolling Solar-project, dat drie jaar duurt, wordt uitgevoerd in het kader van het samenwerkingsprogramma Interreg V Euregio Maas-Rijn. Er is financiële ondersteuning vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, de provincies Noord-Brabant, Vlaams-Brabant, Vlaams-Limburg en Luik en het Nederlands ministerie van Economische Zaken.
Zonder extra landgebruik
Rolling Solar wordt uitgevoerd door Solliance, het publiek-private samenwerkingsverband van bedrijven en kennisinstellingen in Nederland, België en Duitsland dat zich richt op de ontwikkeling van dunne filmzonnecellen. De deelnemende kennisinstellingen binnen Rolling Solar zijn naast projectcoördinator TNO, tevens imec, Universiteit Hasselt, Forschungszentrum Jülich, RWTH Aachen, Zuyd Hogeschool en Centre de Recherche des Instituts Groupés (CRIG) de la Haute Ecole Libre Mosane (HELMo).
Doel van de kennisinstellingen is om fabrikanten en bouw- en constructiebedrijven de flexibele zonnecellen technisch en kosteneffectief te laten integreren in de publieke infrastructuur. Het beoogde resultaat is om op grote schaal duurzame elektriciteitsproductie dicht bij de gebruiker en zónder extra landgebruik te faciliteren.
Praktijkproeven
Want de ruimte die de infrastructuur voor de opwekking van zonne-energie biedt, is gigantisch. België, Duitsland en Nederland zijn verbonden via een wegennetwerk met een lengte van zo’n 1 miljoen kilometer. Deze wegen bieden tezamen met het straatmeubilair – zoals vangrails en geluidschermen – een enorme potentie voor zonnestroomproductie. De opmars van de elektrische auto en intelligentie verkeerssystemen biedt daarbij de mogelijkheid tot het lokaal gebruiken van de decentraal opgewekte zonne-energie.
“De tot op de dag van vandaag gedemonstreerde voorbeelden van zonne-energie in de infrastructuur – zoals de integratie van kristallijn siliciumzonnecellen in fietspaden – zijn nog relatief kostbaar”, stelt Peter Toonssen, programmamanager bij Solliance. “Niet alleen vanwege de lage productievolumes, maar vooral ook vanwege de materialen die gebruikt moeten worden om dit type zonnecellen te beschermen. Binnen Rolling Solar gaan we die kosten verlagen door gebruik te maken van dunne filmzonnecellen die niet alleen flexibel, maar ook minder kwetsbaar zijn. Als onderdeel van het project zullen er diverse praktijkproeven uitgevoerd worden om over 3 jaar levensvatbare business-concepten voor dunne filmzonnecellen in de infrastructuur te presenteren.”
35.000 kilometer
Toonssen wijst erop dat dunne filmzonnecellen kunnen worden geproduceerd op flexibele materialen met een lengte tot wel enkele honderden meters. In de Euregio Maas-Rijn zijn bovendien industriële bedrijven en clusters aanwezig die de zonnecellen geschikt kunnen maken voor roll-to-rollproductie waardoor de zonnecellen daadwerkelijk vanaf rollen geïnstalleerd kunnen worden.
De potentie om de producten te vermarkten is zoals gezegd groot. Toonssen: “Als men bijvoorbeeld zonnecellen integreert in het totale Nederlandse fietsnetwerk – circa 35.000 kilometer groot – zou dat een jaarlijkse zonnestroomproductie van 15 terawattuur mogelijk maken. Dit komt neer op een CO2-reductie van 500 miljoen ton per jaar.”
Maatschappelijke uitdagingen
Bert Pauli, gedeputeerde Economie en Internationalisering van de provincie Noord-Brabant, is content met het internationale karakter van het Rolling Solar-project: “Als provinciale overheid hebben we een belangrijke rol om dit soort innovatieprojecten financieel mogelijk te maken. Voor de Euregio Maas-Rijn waar Noord-Brabant toebehoort, is het steeds belangrijker om over de provincie- en landsgrenzen heen samen te werken bij de opschaling van de energietransitie. Het Rolling Solar-consortium is hier een uitstekend voorbeeld van en laat zien hoe de energietransitie niet alleen eigenaren van huizen en gebouwen voor de productie van duurzame energie weet te mobiliseren, maar overtuigt ook de beheerders van de infrastructuur om over te gaan tot grootschalige energieproductie. Dit Europese innovatieproject is daarmee een antwoord op de grote maatschappelijke uitdagingen waar we als samenleving voor staan. De in deze regio aanwezige industrie kan bovendien een multipliereffect creëren door niet alleen een belangrijke bijdrage te leveren aan de energietransitie, maar ook regionale werkgelegenheid te genereren.”