Omega Safety Day 2023: Kennisdelen helpt de transitie vooruit
Tekst: Martin Bongers
Foto’s: Omega Energietechniek
Het delen van kennis stond centraal. Voor de ruim 250 aanwezige professionals – installateurs, aannemers, verzekeringsdeskundigen en inspecteurs – was er alle gelegenheid voor een goed gesprek met elkaar. Ook kon men zich op de beursvloer laten voorlichten over installatiematerialen, onderhoudsoplossingen of inspectieapparatuur.
“Ons gezamenlijke doel is het, om Nederland weer een stukje veiliger te maken”, aldus gastheer Allart de Jong, CEO van Omega Elektrotechniek.
Wat de veiligheidsaspecten van pv-installaties en batterijen betreft, daar waren sprekers Jacques van der Bijl (SolarEdge), Jurjen Burghgraef (Burghgraef van Tiel & Partners) en Berry Looijen (Interpolis en Avéro Achmea) tamelijk eensgezind over – daarover later meer in dit artikel.
Maar wie de social media een beetje volgt, weet dat over veel andere energieonderwerpen nog helemaal geen consensus bestaat. Een simpele vraag als: ‘Wat is het nut van een batterij?’ kan op LinkedIn al gauw op honderden uiteenlopende reacties rekenen. Die pro’s en contra’s waren ook te horen tijdens de Safety Day, en dat maakte deze dag extra interessant.
Vraag & aanbod
Dennis van der Meij trapte af, en haalde daarvoor zijn stokpaardje van stal: de werking van vraag en aanbod op de energiemarkt. Wie wel eens een kennissessie van Van der Meij heeft meegemaakt, weet dat wat hem betreft de energietransitie alleen succesvol kan zijn als er sprake is van een organische marktwerking. Idealiter zijn vraag en aanbod dan (meestal) in evenwicht. Helaas is dat niet zo: interventies van ‘Europa’ en de Nederlandse overheid verstoren die marktwerking, en als de overheid het niet doet zorgen ‘we’ er zelf wel voor. Bijvoorbeeld door zoveel mogelijk zonnepanelen te leggen, en dan ook nog eens allemaal op het zuiden. Dat levert in de middaguren een overvloed op, waardoor de prijs daalt. Maar wat nog erger is: we kunnen het overschot niet eens kwijt. Het lokale, fijnmazige netwerk kan die ‘druk’ niet aan. En stel dat we er via teruglevering van af kunnen komen, dan zijn er geen klanten voor – we willen er op dat moment met ons allen immers alleen maar vanaf.
‘Er kan veel geld verdiend worden als je het in één keer goed doet’
Marktverstoring
Er schijnt een oplossing te zijn: tijdelijke energieopslag, in de vorm van (thuis)batterijen. Maar ook daarover is Van der Meij kritisch: het is niet meer dan een uitgestelde teruglevering en bovendien, dat ontladen, dat gaan ‘we’ dan vast ook weer allemaal min of meer tegelijkertijd doen. Lage prijzen dus alweer. Het ingecalculeerde rendement verdwijnt als sneeuw voor de zon, en bovendien – dat is het punt van Van der Meij – de energietransitie wordt er op geen enkele manier mee gediend. Zolang wij een paneel of een batterij kopen voor ons gewin, om handel te drijven, blijven we de markt verstoren. En de druk op het net blijft onvoorspelbaar, door ons eigen gedrag. Daar valt met congestiemanagement niet tegenop te roeien. Nee, advies nr. 1 van Van der Meij is en blijft, aan particulieren althans: inventariseer je behoefte, kijk vooral wanneer je energie verbruikt (vaak anders dan je dacht) en investeer op basis van die eigen behoefte – niet op basis van wat je denkt te kunnen verkopen. Van der Meij: “Het kan niet vaak genoeg verteld worden: verbruik wat je opwekt zo veel mogelijk zelf!”
Verdienmodel
Interessant was het om te constateren dat Alexander Sredanovic en Mohamed Moutauoakkil (beiden van Memodo) een heel ander geluid lieten horen. In hun workshop was ‘verdienmodel’ juist het meest gebruikte woord. Enthousiast braken de heren een lans voor de zakelijk en bedrijfsmatige opslag van energie in batterijen, waarvoor ze, vanuit hun oogpunt, een serie valide argumenten aanvoerden. Argumenten, die terug te voeren zijn op de specifieke eigenschappen van Memodo’s oplossingen. Zo zijn de batterijen plug & play. “Er wordt desnoods een kant-en-klare container voorgereden; kabel naar het net en ready.” Dat maakt een snelle ‘commisioning’ (het in bedrijf nemen) mogelijk. Daarnaast zijn de batterijunits schaalbaar: door unitmodules aan elkaar te koppelen ontstaat er vermogen naar behoefte, ad hoc. Dit maakt de batterijen volgens Sredanovic en Moutauoakkil bij uitstek geschikt voor bedrijven die hun productie willen opschroeven en op bepaalde uren extra energie nodig hebben, maar van de netbeheerder een ‘Nee’ te horen krijgen. Ook kunnen pieken worden opgevangen, bijvoorbeeld als er meerdere auto’s tegelijkertijd geladen moeten worden. Met de energie in een batterijunit kan dan een aantal uren per dag vermogen ‘bijgeplust’ worden. Daarnaast wordt een bedrijf beter beschermd tegen spanningsfluctuaties in het net.
Expansievat
Tot zo ver de apparaatgebonden USP’s. Maar Sredanovic en Moutauoakkil gingen verder: met gedetailleerde rekenmodellen wezen zij het publiek op de diverse verdienmogelijkheden, die voorbijgaan gaan de primaire functie van een batterij. Zo zou een flinke batterij handig zijn voor het aftoppen van piekafnames, het zgn. ‘paeakshaven’. De batterij wordt dan precies op die momenten ingezet. Dit aftoppen kan positieve gevolgen hebben voor de energienota, die steeds vaker op basis van die pieken gebaseerd wordt.
‘Ga niet samenwerken, maar los het samen op’
Een ander verdienmodel is het inzetten van de batterij ten behoeve van energy trading: via een soort veilingsysteem kan de exploitant van de batterij pakketten energie aanbieden aan het net, of juist afnemen. Het idee is dat daarmee een tijdelijke onbalans in (een gedeelte van) het netwerk opgeheven wordt. In deze laatste twee voorbeelden lijkt de functie van een batterij dus een beetje op die van het expansievat in een CV.
Zakelijk versus particulier
Over de oorzaken en mogelijke remedies voor netcongestie en onbalans waren de meningen dus verdeeld. Aan de ene kant de heren van Memodo die de batterij een gouden toekomst toedichten (en de exploitant ook), aan de andere kant Van der Meij en Henry Lootens die er juist beducht voor zijn. Althans: niet zozeer voor de technologie zelf, maar voor het gebruikt ervan, voor het menselijk gedrag.
“Congestie zit in de kabel, maar (on)balans zit in het land”, zegt Lootens samenvattend.
Lootens en Van der Meij onderkennen zeker de mogelijkheden van grootschalige, zakelijke batterijexploitatie, mits vraag en aanbod slim gemanaged wordt. Maar de combinatie van ongecontroleerde, lokale energieproductie door particulieren met een even onvoorspelbare particuliere opslag en teruglevering, resulteert in een verlies aan power quality – en dus in instabiliteit en onbalans.
Regelgeving of verzekeraar?
Over de veiligehid en verzekerbaarheid van pv-installaties en batterijen bestaat zoals gezegd eensgezindheid: hou je aan de regelgeving zoals het bouwbesluit en de (NEN)normen. Zorg dat er geïnspecteerd wordt, als het om zakelijke toepassingen gaat.
Wat die normen betreft, werden er een paar handige tips gedeeld. Kennisdeling was tenslotte het motto. Bijvoorbeeld: plaats panelen altijd conform NEN 7250, ondanks het feit dat deze norm niet is opgenomen in het bouwbesluit. Steeds vaker echter wordt de conformiteit wel beschreven in polisvoorwaarden. Burghgraef: “Het doel is altijd om een object te verzekeren tegen de ‘normale’ condities.” Anders gezegd: luister goed naar de verzekeraar, want nog niet alles is opgenomen in wet- en regelgeving, nog niet alles is genormeerd. Nog anders gezegd: bij absentie van eenduidige, allesomvattende regelgeving is het verstandig om de verzekeraar als autoriteit te accepteren. Je moet wat. Burghgraef: “Sterker nog, voldoen aan de regelgeving geeft geen garantie dat het ook verzekerbaar is of blijft.”
Vakkennis
Daarnaast is het verstandig om ons ‘boerenverstand’ te blijven gebruiken. Een batterij in de gangkast, in de stoppenkast of op zolder? Doe het niet. Zorg voor vrije ruimte, zorg voor een stabiele ondergrond. Want veiligheid begint bij vakkennis.
Allart de Jong: “Zestig procent van alle installaties vertoont een serieus gebrek.” Daarmee doelt De
Jong niet op de hardware, maar op de manier van installeren. Kan gaan om grote dingen zoals het niet incalculeren van brandgangen tussen de panelen, of om iets kleins zoals twee stekkers van een verschillend merk. Het is allebei net zo gevaarlijk. De standaard aanbeveling van Van der Meij is dan ook: “Certificeer alle monteurs hoofdelijk. Laat ze minimaal een training volgen bij de bij fabrikant.”
Zeker als het om batterijen gaat. Door de komst van die batterijen wacht de branche een lucratieve toekomst, maar – om met Allart de Jong te spreken – alleen als je het in één keer goed doet!