NSVV: ‘Intelligent lighting biedt grote kansen voor installatiemarkt’

Tekst: Martin Bongers
Foto’s: NSVV, Aaron McLean, Parker Wichelmann en Thaddaeus Lim

John de Joode, voorzitter van de NSVV: “Een van onze kerntaken is het verzamelen en delen van kennis. NSVV is een kenniscommunity. Met kennisdeling hou je de kwaliteit op peil – door de hele keten heen.”
Lichtkoepel
De community kent vier kernteams waarin onafhankelijke deskundigen, vertegenwoordigers van de markt en de overheid gezamenlijk speerpunten bepalen. Wat die aanpak betreft, lijkt de NSVV op NEN, het Nederlands Normalisatie Instituut met haar normcommissies. De Joode: “Klopt en uiteraard zijn we ook zelf deelnemer in zo’n normcommissie. Wat daar besproken wordt nemen we dan mee naar onze eigen kernteams.” Een voorbeeld: in april organiseerde het kernteam ‘Indoor’ van de NSVV een kennissessie over de herziene Europese norm NEN-EN 12464-1. Daaruit is toen een Nederlandse toelichting op die herziening voortgekomen. Zie ook de volgende websites voor meer informatie:
www.nsvv.nl/nieuwe-nsvv-toelichting-op-nen-en-12464-1/ en www.technischeunie.nl/images/content/NEN-EN12464-1.pdf.
Daarnaast maakt de NSVV onderdeel uit van wat De Joode ‘de lichtkoepel’ noemt. Een drie-eenheid waarin de NSVV, de NLA (Nederlandse Licht Associatie) en Techniek Nederland samen optrekken om kwaliteitsissues binnen de gehele lichtbranche, dus door de keten heen, op te pakken. De NSVV vertegenwoordigt de creatieve kant: de designers, de architecten. Bij de NLA vinden we de productontwikkelaars en leveranciers en bij Techniek Nederland de installatietechnici.
Hoe we ook ons best doen, zonder certificering en handhaving lukt het niet.
De Joode: “Een goed lichtontwerp met slechte producten, dat wordt niks. Maar een slecht lichtplan met goede producten werkt ook niet, zelfs niet als het geïnstalleerd is door vakmensen.” Anders gezegd: een geslaagd project wordt niet uitgevoerd door losse eilandjes, maar door een team. Elkaar helpen en stimuleren – daar gaat het om, volgens De Joode. En dat is de reden dat de ketenpartijen ook op koepelniveau samenwerken: het goede voorbeeld geven.
Future Lighting
Binnen de lichtkoepel passeren allerlei kwaliteitsaspecten de revue, zelfs als het gaat over circulariteit. Momenteel wordt er een convenant voorbereid, waarin bijvoorbeeld ook verpakkingen aan de orde komen. De Joode: “Dit convenant presenteren we in november, tijdens het kennisevent ‘Future Lighting’. Via het convenant zetten we ‘verlichting’ op de Haagse agenda. Want hoe we ook ons best doen, zonder certificering en handhaving lukt het niet. Dan zet je de achterdeur open voor markttoetreders die het met de kwaliteit niet zo nauw nemen.”
Het kennisevent is een must voor de installatiebranche. De Joode: “Er zullen inderdaad weer veel facility managers en bedrijfseigenaren rondlopen, die zich laten informeren om te investeren. Uiteindelijk zijn dat de klanten van de installateurs.”
Elkaar helpen
Even terug naar het tekort aan vakmensen. Met het negatieve effect daarvan wordt de branche voortdurend geconfronteerd, in alle facetten. Een voorbeeld daarvan is dat met name de kleinere installateurs simpelweg geen tijd of capaciteit hebben om hun mensen naar een kennisseminar te sturen, of om ze te laten bijscholen. In een markt die zichtzelf permanent vernieuwt, steeds meer high-tech wordt, is bijscholing essentieel. De Joode: “En als je dat dus niet kunt, raak je nog verder achterop, het is een vicieuze cirkel. Toch kan ook hier samenwerking helpen. Als je als kleine installateur voelt dat je kennis tekort komt, vraag dan om hulp. Schakel een collega in. Dat kan een veiligheidsdeskundige zijn, of een lichtplanontwerper. Dat komt de kwaliteit ten goede, in het belang van de klant.”
Lighting design is een vak
Om het tekort aan menselijk denkwerk op te vangen, is automatisering een uitkomst – dat zien we ook in andere branches. Toch kan dat ook een verkeerde bijwerking hebben. Zo verschijnt er steeds meer simulatiesoftware op de markt, waarmee dan zelfs een installateur een ‘lichtplan’ in elkaar zou kunnen zetten. De Joode maakt er korte metten mee: “Ik kan met PlayStation een aardig potje voetballen, maar ik word never nooit een Cristiano Ronaldo.”
Inderdaad: lighting design is een vak. Maar door dergelijke laagdrempelige software zullen verkeerde adviezen en mislukte projecten – lees: kwaliteitsverlies – zich meer voor gaan doen, vooral aan de onderkant van de markt.
Aan de andere kant, goede software in handen van deskundige mensen kan een geducht salesinstrument zijn. Vooral in combinatie met virtual reality, hiermee kan de klant als het ware in zijn pand rondlopen en het lichtplan alvast ervaren. De Joode: “Ik ken een groot project dat op die manier in zeven minuten verkocht was.”

Intelligent lighting
Een succesvol lichtplan maken is vooral en eerst: luisteren naar de klant, adviseren. Het gaat daarbij niet alleen om kennis van materiaal, ruimtelijk inzicht en creativiteit, een goede designer heeft ook ‘soft skills’: zich kunnen inleven in bijvoorbeeld de werkomstandigheden van een personeelslid. De Joode: “Ledlicht biedt juist dan oneindige mogelijkheden, vooral in combinatie met slimme netwerken.” De ene werkplek kan dan automatisch anders ingeregeld worden dan de andere, afhankelijk van de persoon. Helemaal op maat. ‘Human centric lighting’ wordt dat genoemd. Een andere term is ‘integrative lighting’. De Joode: “Zelf noem ik het liever ‘intelligent lighting’. Ledlicht, in combinatie met een slim ICT-netwerk, maakt van een gewoon kantoor of van een gewone fabriekshal een zogenaamd ‘smart building’, waar de lichtbehoefte van een werknemer ‘meeverhuist’ zodra de werknemer zich verplaatst.’
Uitwisselbaarheid
Intelligent lighting. Het is the next big step na ‘led’. “Maar we moeten nu wel beter opletten”, zegt De Joode. “De introductie van led werd te veel geframed als iets wat vooral met energiebesparing te maken zou hebben. Daardoor verloren we de kwaliteits-issues uit het oog.”
Waar De Joode op doelt is het feit dat elke leverancier de neiging heeft om zijn armatuur of besturingssysteem dominant te willen maken, maar voor de markt als geheel is dat niet bevorderlijk. Een veilige verlichting bestaat immers uit onderdelen die bij elkaar horen, die in samenhang met elkaar ontworpen zijn. Als die onderdelen dan niet uitwisselbaar zijn (tussen verschillende merken), kan dat een veiligheidsprobleem opleveren. Bijvoorbeeld als een consument z’n oude tube wil vervangen door led, hij zal dan niet veel zin hebben om ook een nieuw armatuur te kopen. Dus wat doet die consument? Die zet z’n nieuwe ledtube in een armatuur die daarvoor eigenlijk niet geschikt is. Het voorschakelapparaat in het armatuur moet dan kortgesloten worden, want dat heeft met led geen functie meer. Dan kun je natuurlijk het draadje doorknippen, maar… onveilig en de CE-keur is dan – terecht – niet meer geldig. En dat kan nare verzekeringsconsequenties hebben, zonder dat die consument zich dat realiseert. De Joode: “Wij moeten het publiek dus op tijd informeren. Dat is onze kerntaak, om te voorkomen dat er aangeklungeld wordt. informatiedeling met het Verbond van Verzekeraars hoort daar zeker bij.”

Kansen voor de installatiemarkt
Intelligent lighting biedt grote kansen voor de installatiemarkt. Juist omdat de verlichting slimmer wordt, dus meer kennis vraagt om het aan te leggen. De gemiddelde consument of facility manager heeft die kennis niet. De Joode geeft een simpel voorbeeld: “Neem nu led flicker. Een oude tl geef een 50hz puls af, dat kun je als hinderlijk ervaren als je er gevoelig voor bent. Maar led heeft een veel hogere frequentie. Zichtbaar, maar ook onzichtbaar. Je ziet het dan niet, maar je hersenen nemen het wel degelijk waar. Voor mensen met epilepsie kan dit gevaarlijk zijn, ze kunnen zomaar flauwvallen.”
De installateur heeft hier dus een preventieve, adviserende taak. De installateur moet dan, net als de designer, zijn ‘soft skills’ aanspreken. Niet alleen naar de ‘spullen’ kijken, maar ook naar de mens die ermee gaat werken. Hiermee zal de kwalitatief goede installateur zich kunnen onderscheiden.
De Joode: “Wat trouwens ook interessant is voor de installateur: volgens de nieuwe norm NEN-EN 12464-1 mogen ook de zogenaamde ‘modified values’ onderbouwd toegepast worden, naast de luxwaardes.”
Weer een voorbeeld: stel dat een werkplek standaard 500 lux zou moeten hebben, dan mag dat gemodificeerd worden tot 750 lux. Meer luxwaardes betekent: meer armaturen, meer werk. “Maar let wel: alleen onderbouwd!”, benadrukt De Joode. Dus alweer: een kwaliteitsinstallateur die beschikt over de nodige soft skills om uit de vinden of een werknemer meer luxwaardes nodig heeft, kan zich onderscheiden.”
Licht als personeelsverleider
Soft skills of niet, intelligent lighting gaat hoe dan ook veel werk opleveren. De trend richting smart buildings is ingezet en wordt langzamerhand ook ontdekt door Human Resources, de personeelsafdeling. Steeds meer beseft men dat het aantrekken en behouden van personeel samenhangt met de kwaliteit van de werkplek. Personeel maakt de keuze om ergens te willen werken vaak intuïtief al in de entreehal. Licht moet prettig zijn, je wilt je er thuis voelen. Dit is trouwens iets wat de retail al veel eerder ontdekte: goed licht doet verkopen, het houdt de klanten langer in de winkel. En een echte ‘smart’ winkel belicht zelfs elke productgroep anders, op een manier waarop dat specifieke product het beste tot z’n recht komt.
In een markt die steeds meer high-tech wordt, is bijscholing essentieel.
Budgetvraag
Kansen te over. Maar volgens De Joode vraagt dat om een proactieve houding. Niet wachten tot de telefoon gaat, maar investeer in je klant. Geef tijd en aandacht. “Praat met de eindgebruiker! Dan heb je ook de gelegenheid om de budgetvraag te stellen, wees daar niet bang voor.”
Een goed punt van De Joode, want op basis van de budgetgrootte kan de installateur in een adviesrol kruipen, hij gaat daardoor waarde aan zichzelf toevoegen. Voorbeeld: stel dat vijf nieuwe ledlijnen voor een hal 30.000 euro kosten, maar het budget is slechts 20.000 euro. Het advies kan dan zijn om eerst maar eens drie nieuwe lijnen te doen, maar wel hoogwaardige. De overige twee lijnen worden intussen aan de praat gehouden met restmateriaal uit de oude lijnen. Zodra er weer budgetruimte is kunnen die lijnen ook vernieuwd worden. Uiteindelijk is dit voor de klant beter dan de hele hal in één keer volhangen met een goedkoop product. De installateur doet nu geen kwaliteitsknieval en dat is precies waar de NSVV voor wil waken.